black friday sale

Big christmas sale

Premium Access 35% OFF

Home Page
cover of MoveMakers-Steven Vos EDITTING
MoveMakers-Steven Vos EDITTING

MoveMakers-Steven Vos EDITTING

Ben Albert

0 followers

00:00-54:38

Nothing to say, yet

Podcastmusicspeechtelephone dialingdtmftelephone

Audio hosting, extended storage and much more

AI Mastering

Transcription

In this podcast episode, the hosts discuss sport and fitness apps with their guests, Steven Vos and Erik de Buit. They talk about the benefits and potential concerns of using these apps, as well as who they are developed for. They also discuss the use of wearable technology, such as smartphones and smartwatches, in monitoring physical activity. They mention that about two-thirds of people in Flanders participate in sports in some way, but there is still room to increase participation. They also mention that monitoring physical activity is a common use of sport apps, and that these apps are more commonly used by higher educated individuals, men, and younger people. The guests emphasize the importance of finding the right balance and properly determining the beginner's level when using technology for training guidance. Welkom bij de MoveMakers podcast. In deze podcastserie gaan Femke Stelen, Donny Stevens en ikzelf met Albert de sport- en beweegapps uitersten en samen bespreken. We hebben het enerzijds over de voordelen, eventuele bedenkingen, voor wie de app ontwikkeld is en of we er zelf in de toekomst verder mee willen werken. Deze podcastserie is meer mogelijk gemaakt door de dienst Sportieve Werkplek van Sport Vlaanderen en de opleidingen Sport en Beweging en Sport en Cultuurmanagement aan de Thomas More Hogeschool in Turnhout. Vandaag in de studio bij ons de gast enerzijds Steven Vos, lecturer Move2Be aan de Fontys Sport Hogeschool, winnaar van de Delta-premie in Nederland en ook onderzoeker. En anderzijds Erik de Buit, postdoctoraat en onderzoeker binnen het vakgebied Sportparticipatie en docent aan de Thomas More. En naast mijn zijde Donny Stevens, mijn co-host en ikzelf, Ben Albert. Welkom heren. Erik, even naar jou. Welkom. Dankjewel. En Steven, ook welkom. Ja, dankjewel voor de fijne ontvangst. Dat is heel graag gedaan. We gaan het vandaag hebben over de cijfermatige gegevens binnen de sportparticipatie. Altijd wel een fijn ding om daar even mee te beginnen. Dan kijken we even naar Erik de Buit. Erik, kan je ons daar meer over vertellen? Ja, dankjewel voor die vraag. Dat is inderdaad toch de essentie van heel veel sportbeleid. Deels ook waarom we hier zitten, over hoeveel mensen doen er nu aan sport en hoe kunnen we dat hoger krijgen. Dat is een doel van heel veel beleid, van sportbeleid. In Vlaanderen doet ongeveer, kunnen we ruwweg zeggen, twee op de drie Vlamingen doet op één of andere manier aan sport. Dus als we naar een jaar gaan kijken, het afgelopen jaar, die dat op één of andere manier, op een geplande manier aan sport hebben gedaan. Dus dat kan gaan van twee, drie keer per week gaan trainen voor voetbal en een wedstrijd spelen. Maar dat gaat evengoed over iemand die gaat wandelen of gaat zwemmen. Met een min of meer sportieve insteek als finaliteit. Dus dat is twee op drie, dat lijkt misschien weinig. Maar er is dus één op drie nog altijd die dat niet aan sport doet. En dan is het altijd wel interessant om te kijken hoe we dat hoger kunnen krijgen. En daar dan inderdaad de beleidmakers die dat daar dan misschien soms met de handen in het haar zetten. Dan kwijken we eventjes naar Steven Vos. Dag Steven. Hoe kan bijvoorbeeld dan draagbare technologie eventueel daarbij toedragen? Ja, ik was even aan het denken aan jouw vraag, Ben. Even misschien één huwels plaatsen. Want we moeten ons niet laten verzenken aan de definitie. Sport, bewegen, ik werk voornamelijk in Nederland, dat loopt heel erg door elkaar. Men heeft daar sportief bewegen, zelfs gebruikt men dat nu. Vaak als term. En dan zegt men, dat is niets wat je thuis zou doen. Maar die fietstocht die je doet of dat wandelingetje, ook wat naar de bakker kan zijn, nemen ze dan toch mee. Dus daar zijn de nuanceverschillen. Je vraagt over draagbare technologie. Ik denk dat we dan vooral allemaal wel denken aan die telefoon, die smartphone. Met de apps erop of een een of ander uurwerk. Of dat een sportillogen is of een smartwatch. Dat is iets wat we nog maar tien jaar kennen. Want het is eigenlijk pas vanaf 2012 of 2013 dat die sportapps begonnen te boomen. Een beetje aan het hardlopen. Dat kan uiteraard een ondersteuning bieden. Omdat het een triggertje kan geven wat nodig is. Maar ik wil onmiddellijk wel zeggen, het is niet het wondermiddel dat met Hocus Pocus doet. Zet die app aan en je gaat aan sporten komen. Die apps hebben een aantal kwaliteiten of die uurwerken om ons te motiveren. En als we dan gaan kijken en als we die twee samenbrengen. Zijn er bijvoorbeeld ook gegevens over mensen die gebruik maken van sportapps? Of hoe vaak worden die tegenwoordig gebruikt? Ja, inderdaad. Dat is het grote voordeel van in Vlaanderen. Dat er heel veel cijfers beschikbaar zijn. Alleen in Nederland is dat niet anders. Maar daar zijn we toch wel redelijk rijk voorzien in gegevens. Uit de participatiesurvey blijkt dat ongeveer de helft van de mensen op een of andere manier wel monitort hoeveel ze bewegen of sporten. Dus ja, dat is toch wel heel veel. Dat is toch een hele grote groep dat we op die manier kunnen bereiken en een beetje kunnen zien. Wat wel interessant daarbij is, degenen die dat gebruiken zijn ook wel de typische groepen. Om het zo te zeggen. Dus hoger opgeleide, heel vaak ook mannen. En meer dan boven gemiddeld mannen. En ook jongeren. Dus dat wil zeggen, hoe ouder, hoe minder dat gebruikt wordt. En dat is wel weer interessant vanuit een sociologisch standpunt natuurlijk. Ik denk dat de podcast gaat draaien over Vlaanderen. Want ik denk dat Nederland heeft een soortgelijke patronen. We hebben ons daar ook al een aantal jaren in verdiept. Om dat te snappen. Wat speelt daar? En dan zowel breeds, fietsers, lopers, hardlopers zegt men in Nederland. En wandelaars. En dan was ook altijd de vraag, waarvoor gebruik je het? En Erik vernoemde het woord monitoren. En dat betekent registreren van iets wat je doet. En ja, doe je dat dan omdat je prestatie gedreven bent? En je bent al misschien een daaljaars sporter. En je wilt weten van, wat heb ik nu vandaag gedaan? Of heb ik mijn training voldaan? Of is het een instrument waar je zegt, ik heb nu het doel dat ik vandaag 4000 stappen wil zetten. Dat is een heel andere strategie natuurlijk. Waar je merkt dat dat een laagdrempeliger is. Die misschien wel eerder inhakt op de gaten die jij benoemd. Ik denk niet. Kijk, technologie wordt uiteraard voor een groot stuk gebruikt door overtuigde sporters. Ik denk dat het potentieel zit. Met name, hoe kunnen we die groep van mensen die het lastig vinden om dat sporten, bewegen, brede zin in te passen. Wat kan technologie daarin doen? En dan denk ik dat wij ook in studies zagen dat het monitoren factor nummer 1 is. Ook niet vreemd natuurlijk, omdat de stappenteller of de GPS zit ook ongeveer in elk device denkbaar. Ja, absoluut. Ja, ik sluit me daar ook bij aan. Die nuance is heel belangrijk. Dus ook uit die cijfers blijkt ook dat 40% denkt dat ze hun gezondheid verbeteren met die apps. 40% maal die 50%, ja dan zit je toch ook wel met een kleine minderheid dat er echt inderdaad actief gebruik van maakt. Dus aan monitoren dat dat toch wel de voornaamste functie is. Absoluut. Waarom die nuance? Dan denk je misschien, waarom zetten ze nu wat op door te duwen? Kijk, de vraag is als je natuurlijk gezondheid wilt verbeteren. Dat is een hele moeilijke. Want wat is gezondheid? Meer bewegen is per definitie denk ik beter. Te veel bewegen kan natuurlijk ook wel weer gevaarlijk worden. Maar volgens de modder denk ik dat dat uitgangspunt klopt. Vraag is natuurlijk als je te intensief beweegt, dan wordt het ook gevaarlijk. Als je van nul ineens denkt dat je aan een hoog tempo 10 km loopevenement moet gaan meedoen, dan is dat niet verstandig. Dan heb je wellicht een aarslagmeter nodig die daar iets over vertelt. Dat is iets anders dan stappen afstand. De vraag is, is die aarslagmeter metieaccuraat? Begrijp ik wat een aarslag is? Dus hoe mensen die vluisters gebruikten, zagen wij vooral dat ze toch klassiek keken naar elementen zoals afstand, stappen. En dat aarslag al eentje was die al, zeker door wat meer beginnende sporters bewegers, veel minder waar werd gemonitord. Ik weet niet of die ervaringen hier ook zijn in Vlaanderen, Erik, of je daar zicht op hebt. Maar op zich niet zoveel zicht. Ik kan voor mijn eigen zeggen dat dat wel klopt. Dus als ik kijk hoe ik het gebruik, dat dat inderdaad vooral een extra laagje is. Een extra laagje aan je gezondheid en je sport. Maar dat dat zeker niet de essentie is, waarom je sport of hoe je sport. Dat technologische. Uit onderzoek hebben we ook gezien dat inderdaad de technologie of de wearables, waar het er nu massaal aanwezig zijn, dat die kunnen bijdragen tot inderdaad mensen in beweging te krijgen. We zagen ook dat er wel wat voorzichtigheid moet geboden zijn met bijvoorbeeld het instellen van uw beginnersniveau. Hoe ziet dat eigenlijk uit? Waar de mensen dan moeten naar kijken om dat dan net mooi te kunnen monitoren, zoals dat dat dan noemt? Ik denk dat het basisprincipe is dat die technologie, die heeft een aantal kwaliteiten die je niet kan ontkennen. Als je die telefoon op zak hebt of het is een wearable rond whatever. Want het gaat niet alleen langer om wearables die je als een horloge kan zien. Het gaat over ringen, het gaat over headphones die monitoren. De verschijningsvormen zijn legio, of dat op de voet, de knie, de heup. Het is een vrij op de feit spectrum. Met de kwaliteit is, je kan het gebruiken wanneer je wilt, op elk moment. Het is beschikbaar. Het kan heel makkelijk een cue'tje geven, een multifunctioneel dingetje van ah ja ik heb vandaag nog maar, dan ga ik even terug naar stappen. Zoveel stappen, laat ik nu even de trap nemen in plaats van de lift. Dus dat zijn heel kleine dingen. En dat is denk ik een heel belangrijke kwaliteit die die wearables hebben. Om een soort van trigger te zijn. Dat het dan een schouderklopje is als je een bepaald doel haalt. Of dat het dan toch de stok achter de deur is van ik heb mijn doel nog niet gehaald. Dat zit maar in dat stapje. Dan heb je het nog niet over iets op een bepaald niveau doen. Over trainingsbegeleidingen. Want als je in gesprek bent over welk niveau, dan draai je er al van uit dat het device jou een bepaald trainingspatroon gaat geven. Of zegt loop nu zo lang aan die snelheid. Ja dat is een heel belangrijke. Want dat beginnersniveau daar staat of valt alles mee. En wij zitten hier met vier mensen. We zijn alle vier verschillend. Dus het zou heel vreemd zijn dat dat één gemiddelde training is. Voor mij zou die veel te zwaar zijn. En voor jullie drie zou die veel te licht zijn. Dus dat is een hele cruciale. Als je zeker technologie die de stap naar trainingsschema's zet. Het is heel belangrijk om een goede maatstaf te vinden om het beginnersniveau te bepalen. Mij lijkt het zeer moeilijk een app ontwikkeling om precies het beginnersniveau te kunnen bepalen. Of het toch zeer persoonlijk is. Is dat dan misschien voor die mensen die echt beginnen. Dan de app misschien niet de ideale. Of zijn ze eerder een persoonlijke benadering, persoonlijke coach. Dan denken jullie toch dat die app misschien net die stap is die ze moeten zetten. Ja ik denk dat het vooral heel belangrijk is dat iedereen op maat iets krijgt. Technologie en zeker nummeratische intelligentie maakt sprongen. Maar dan nog is het altijd heel belangrijk om de juiste keuze te maken. Je hebt apps voor beginnende sporters. Je hebt apps voor gedreven sporters. Die dat al wat meer niveau hebben. Dat is al heel belangrijk. Maar dan heb je ook nog eens naar motieven. Apps kun je ondersteunen in doelen behalen. Maar apps kun je ook, zoals Steven daarnet zei, helpen om in beweging te geraken. Op het moment dat je te lang zit. Dat je een kleine schok krijgt als het ware om toch te gaan bewegen. Maar ook ja, die dat plezier kunnen toevoegen. Die dat sociale contacten kunnen toevoegen. Het hangt er van af wat je in sport zoekt. Waar de apps kunnen bijstaan. Ik geloof zelf niet hard dat apps het grote wondermiddel zijn. Maar ik denk wel dat die de motieven waarom mensen sporten. En dat is heel vaak plezier. Plezier blijft de drijfveer nummer 1 van sporten doen. Dat die dat kunnen versterken. Dat geloof ik heel hard. Ja, misschien dan helemaal mee eens. En dan als je het gaat over het niveau. Het kan prima. In de zin van het verschil dat je zegt. Ik gebruik een stuk technologie. Dat stuk technologie geeft mijn trainingsschema. Ik ga het gewoon blind doen. Dat zou hetzelfde zijn als ik van het internet een trainingsschema pluk. Of van een collega een trainingsschema gebruik. Dan heb je drie keer hetzelfde. Een standaard trainingsschema waar ik niet weet of dat voor mij werkt. En waar ik begin. Ik denk dat er genoeg voorbeelden zijn. Omdat je vraag ging over apps Donnie. Waar een app start met je een aantal vragen te stellen. Wat is je doel? Wat kan je al? Dus heb je nog nooit 5 kilometer non-stop gelopen binnen een bepaalde tijd. Dan gaat die app weten. Dan gaan we op een ander niveau moeten beginnen. Ik ben zelf. Met name mijn werk aan de technische universiteit in Eindhoven. Zijn we heel erg bezig met het ontwikkelen van nieuwe technologieën. Die zie je niet onmiddellijk op de markt. We zitten echt aan de voorkant vaak. We hebben daar vaak ook wel mee geëxperimenteerd. En dan is de beste manier denk ik. Momenteel denkbaar. Is dat je mensen inderdaad vraagt. Zelf laten inschatten. Wat denk je dat je kan. Maar dan zit natuurlijk het grote gevaar op overschatting. Mensen overschatten nogal vaak hun beweeggedragen en mogelijkheden. En dan vrij basaal te beginnen. En vanuit je technologie. Via haartslag, via snelheid. Via de gevoelsscoren die je achteraf vraagt. Was het nu zwaar? Was het nu licht? Over een aantal sessies, trainingen. Een profiel van een persoon gaan bepalen. En dan weet je veel zuiverder wat het beginnersniveau is. Maar dat lijkt me wel een hele cruciale. Want anders is het risico op blessure heel groot. Als je veel te hard van slaap loopt. En als je zegt. Dan maken we een heel makkelijke technologie. We gaan heel braaf zijn. We gaan een heel licht schema maken. Dan gaan we nooit iemand te hard laten gaan. Dan gaat die persoon afhaken. Want dan zit er geen enkele motivatie in. En uitdagingen. Dus ik denk dat dat prima kan. Alleen, het is ook maar een stuk technologie. Ik geloof er heilig in. Maar als je dat intensiever en steviger wilt doen. Of als je zegt. Ja, ik twijfel toch. Of dat wel verstandig is. Laat je dan altijd adviseren. Ook door een professional. Ik geloof heel erg in het samenspellen. Technologie met een professional. Ja, inderdaad. En daar wil ik ineens op inpikken. Want dat onderschrijf ik helemaal. Dat die samenwerking heel belangrijk is. Coaches. Dat is toch nog altijd ook een extra. Die hebben een extra voordeel. Om het zo te zeggen. Een app. Ik merk dat nu ook met Duolingo. Het is misschien geen sport. Maar die zegt altijd. Kom aan, nog een keer. Of het is nu al een dag geleden dat je geoefend hebt. Doe dat nog een keer. Ik moet eerlijk zeggen. Dat ik na drie of vier dagen ben afgehaakt. En ondertussen krijg ik nog altijd meldingen. Maar krijgt die mij niet in gang. Terwijl ik dat ook met sportapps in het verleden heb gehad. Terwijl ik nu persoonlijke begeleiding krijg vanuit mijn werk hier. En als dan iemand tegen je zegt. Je hebt vorige week te weinig getraind. Of je hebt de training niet afgewerkt. Dat werkt nog altijd beter. Dus ook daar. Apps zijn heel belangrijk. Ze kunnen heel veel helpen. Ze zorgen dat ook de coaches veel meer mensen kunnen opvolgen. Maar tegelijkertijd dat menselijke helemaal vervangen. Ik geloof daar voorlopig nog niet in. We hebben daar ook wel wat evidentie over. Omdat we daar ook best wel wat rond gewerkt hebben. Net zoals een coach niets past voor iedere persoon. Dat moet ergens een klik zijn. Is hetzelfde. Niet iedere app past bij iedere persoon. En omgekeerd. Het maken van een keuze. Wat je echt naar op zoek bent. Ik ben iemand die heel erg getriggerd wordt. Door competitie die je ten opzichte van mezelf zet. Ze zetten mij een doel. En daar komt een sociale component mee. Als een personal coach een drankschema maakt. Word ik me moreel verplicht aan die persoon om dat te doen. Kan je sociale druk noemen. Dat is het uiteindelijk ook. Sociale stoom is natuurlijk ook maar veel druk. Terwijl het groepsfenomeen, het groepsgevoel voor mij niet werkt. Terwijl voor andere mensen net dat groepsgevoel. Weet je dat je samen met ze aanpakt. Net een heel belangrijke is. En de ene app biedt het ene. En de andere app biedt het andere. En ik denk dat dat vooral belangrijk is. Om daar goed zicht op te krijgen. Mensen te helpen. Welke stok achter de deur. Of welke wortel als beloften. Of welke wortel als belonen werkt. En ook misschien richting motivatie. En welke motivatie heb ik nodig om aan het sporten en bewegen te komen. Als ik dat even mag samenvatten. Dan leg ik het ook sowieso terug. Dus eigenlijk merken we ook wel van de apps en de wearables. Zoals dat die er vandaag de dag zijn. Kan eigenlijk gebruikt worden om nudging. Eigenlijk mensen te triggeren om aan het bewegen te doen. Maar eigenlijk toch wel die coach is de extra motivator. De fysieke bevestiging. Van kijk, zijn ze goed bezig of niet goed bezig. En ook misschien meer dan de registratie en de beoordeling van die gegevens. Door een coach dan. Iemand dat er dan meer van af weet. Ja, ik denk dat het vooral is dat iedereen op maat moet kunnen sporten. En dat iedereen eigen verlangens heeft. Eigen noden. En ik denk dat dat vooral heel belangrijk is. Dus het klopt inderdaad wat je zegt. Maar ik zou daar ook bij willen aanvullen. Sommige hebben juist net clubs nodig. Net dat groepsgevoel nodig. Sommige hebben het juist nodig dat ze om elf uur s'avonds kunnen gaan lopen. Of dat om vier uur s'morgens. Wanneer ze goestingen hebben. Ongepland. En dat daar dan begeleid worden door apps. Want ik denk dat er weinig coaches gaan gevonden worden die dat dan beschikbaar zijn. Hetzelfde met infrastructuur. Dat er heel goede afgesloten zalen zijn waar je kan trainen. Maar tegelijkertijd ook dat je infrastructuur dekomt. Daar op elk moment van de dag ongereserveerd naartoe kan gaan. En ik denk dat het lokale beleid en ook het Vlaamse beleid daar heel hard op inspeelt. Om voor iedereen, voor ieders wat wil. Op ieders hun maat sport aan te bieden. En dat gewoon die apps daar weer een extra laag kunnen vormen. Ik denk dat dat ook de diversiteit is. Je moet zoeken. Als ik terugkijk. Ik denk dat ik nu ongeveer tien, twaalf jaar met die onderzoekslijn hier al bezig ben. In het begin was het het een of het ander. De technologie was de grote vijand van de coach. En de coaches gingen allemaal verdwijnen. Dat was de grote vijand van de sportvereniging. Als we nu terugkijken slaat dat op niks. Je gaat nooit iedereen met één ding kunnen bedienen. Het is dat die wisselwerking ook een heel grote openheid is. Ik denk ook in die technologieontwikkeling zijn er heel grote stappen gebeurd. Ik denk dat we daar ook vaak denkfouten in hebben gemaakt. De technologie wordt ontwikkeld door techneuten. Dus vanuit het technisch potentieel wat er kan. We hebben een sensor. Die monitor laat nu toevallig toe een beweeggedrag te monitoren. Die wordt evengoed gebruikt in vliegtuigen of in auto's om stabiliteit te ontwikkelen. Het zijn dezelfde sensoren. Die zijn nooit per se ontwikkeld om voor sport te gebruiken. Ze kijken wat het potentieel is. Vanuit die technologie maken ze een device. Dat kan een app zijn, dat kan een werbel zijn. Dan komt dat in de sportwereld. Dan zegt de sportwereld, zo werkt dat niet jongens. Dat is heel leuk, maar dat is niet heel goed. Daar moet je echt wel inzicht hebben. Dan komen de psychologen die zeggen, dat is heel leuk dat je dat ene mechanisme hebt van iedere keer meer. Als je je doel vandaag hebt, zoveel stappen. Ik denk dat de eerste Garmin die ik ooit had, die ging iedere dag zijn stappendoel omhoog zetten. Dat bereikt een plafond. Daar zijn heel veel inzichten gekomen om dat vanuit verschillende disciplines samen op te pakken. Ik denk dat we nu op een moment zitten waar we veel meer in staat zijn om te kunnen bepalen wat de waarde is van iets. Ik denk dat dat ook, wat je zegt vandaag, van ook naar gemeenten toe en ook een beleidsvoering. Waar gemeenten denk ik van oudsher twee hoofdtaken aan hadden. Dat was accommodatie beheren en sportverenigingen ondersteunen. Ik denk dat dat de kortere bocht is. Het is meer, wat je nu ziet, als we die hele diversiteit willen bedienen van de bevolking, van mensen. Dan gaan we manieren moeten vinden om dat laagdrempelige lichtsporten, waar mensen technologie gebruiken. Ik denk dat we daar wel een mooi pakket hebben vandaag. Dat staat dan eigenlijk aan bij het sport voor allen principe. Dat toch de gemeenten en steden in Vlaanderen en in Nederland gebruiken. Hoe kunnen ze daar dan eigenlijk maximaal op inzetten, denken jullie? Ja, ik denk dat dat een heel interessant case was. Misschien dat het een beetje cynisch om te zeggen, maar uiteraard weer corona. Dat we toen al gemerkt hebben dat er heel veel creatieve oplossingen zijn om die technologie in te schakelen en om mensen aan het bewegen te krijgen. Strava-challenges, dat is een voorbeeld. Misschien niet het meest originele, maar wat wel gewerkt heeft. In die zin dat mensen meer zijn gaan bewegen, maar zoals Steven er straks ook al zei, te veel zijn gaan bewegen. Want vaak zit dat competitieve aspect er dan aan. Verbonden zoveel mogelijk wandelen, lopen, fietsen. Ik heb er zelf ook een blessure aan overgehouden. We hebben gewonnen met onze groep, maar met zware lichamelijke gevolgen wel. Koste van. Koste van, inderdaad. Ik denk dat je daar ziet wat Erik zegt. Dat was een heel bijzondere situatie en dat is een interessante check om te zien waar de creativiteit in zit. Tegelijk heb ik ook voorbeelden gezien wat niet zo optimaal werkt. Ik denk dat ongeveer elke sportclub wel in een beginfase gedacht heeft. Kunnen we via filmpjes die we via WhatsApp versturen of kunnen we via Teams een of andere challenge doen of een training proberen te geven. Dat is leuk de eerste keer, dat is leuk de tweede keer. Maar dan merk je toch dat je dat eigenlijk niet kan bieden op dezelfde manier. Want je wilt eigenlijk een copy-paste doen van iets anders. Tegelijkertijd zie je inderdaad de challenges en de everestingen. Zoveel mogelijk die hoogtemeters doen of die boemden. Daar ontstond een verhaal en dat toont opnieuw dat er een diversiteit is in wat je wilt doen. En inderdaad, als je naar de sportverhalen verhaal gaat, dat is een moeilijke. Want hoe kan je goed doen voor iedereen? Ja, wie is iedereen? Dat is iedereen en niemand. Moet een gemeente of een lokale overheid ook alles voorzien? Dat weet ik niet. Het beweegbeleid is zo divers gekomen. Andere verschijningsvormen. Wat is er nodig? Dus ik denk dat het meer dan ooit belangrijk is om echt wel proberen goed een beeld te krijgen op je bevolking. En met name ook de ontwikkeling in je bevolking en je gemeente. Je inwoners, wat is patroon? Dan gaan we heel veel nieuwe gebieden nog ontgennen in onze gemeente waar jonge gezinnen komen. Hoe ziet dat patroon eruit? En daar proberen we op maat een soort basisinfrastructuur neer te leggen. Want als we dan inderdaad teruggrijpen naar daarnet, dat we dan zien uit de sportparticipatiecijfers, dat het inderdaad vaak mannen zijn, jonge mannen. In een gemeente is dat niet de overgrote populatie. Als we dan dat samenleggen met sport voor allen, hoe gaan we dan eigenlijk die kwetsbare groepen vooral aan het sporten en bewegen krijgen? Ja, dat is inderdaad een heel goede vraag. En dat is denk ik een uitdaging op alle vlakken. Met infrastructuur is dat ook, met sportclubs is dat ook. Alles laagdrempelig maken en proberen te bereiken. Technologie zou daar in principe interessant voor kunnen zijn. In die zin dat smartphonegebruik ook bij die kwetsbare groepen toch zeker niet lager ligt. Gemiddeld genomen. Dus ja, het zal ook daar kwestie zijn van op maat te werken. Misschien ook via groepen aanmaken. Ik zeg nu het voorbeeld van Straven, maar dat kan even een WhatsAppgroep zijn. Ja, ook gewoon weer creatief zijn om die mensen actiever aan te spreken, meer aan te spreken en op de hoogte te brengen van dat gedrempelige initiatieven. Want ze zijn vaak ook moeilijk te bereiken. Het zijn allemaal mogelijkheden waar de technologie wel extra handvaten kan bieden. Maar een wonderoplossing zal er ook hier niet zijn. Het zal weer blijven werken zijn. Net zoals bij clubs, infrastructuur, zal nu ook technologie heel goed nagedacht moeten worden over hoe die extra bereikt kunnen worden. Uiteindelijk is natuurlijk ook het woord technologie een containergrip. Elk ding, die microfoon hier, is ook een stukje technologie. Of de drinkfles die hier staat. We focussen heel snel op dat digitale. De technologie is veel breder natuurlijk. En de vraag is ook van gemeente, je moet investeringen doen. Waar ga je investeringen doen? Wil je dan een of andere nieuwe sportzaal met alle toeters en bellen, lichtgevende wanden? Ik weet niet wat. Ja, dat is leuk, maar dat vraagt een behoorlijke investeringskost. Op lange termijn is de vraag, gaat dat überhaupt wel gebruikt worden? Het is een heel groot vraagstuk voor gemeenten met technologie. Het beheren ervan. Technologie is nu eenmaal ontworpen ook om stuk te gaan. De digitale technologie van de keuken. Dat is niet wat we gewoond zijn natuurlijk. Want we zijn gewoond dat we iets voor twintig, dertig, veertig jaar kunnen gaan gebruiken. Terwijl heel veel van die nieuwe dingen, op het moment dat er een andere technologie komt of protocollen veranderen. Als iets werkt op bluetooth en dan blijkt dat een bluetooth protocol veranderd is. Dan krijg je al gedoe. Dat betekent een soort van continue ontwikkeling die je moet zoeken. Ik denk dat het vooral belangrijk is om die basis goed te hebben. Het klinkt heel bazaal, maar dat gaat niet alleen over sport. Maar overal gewoon een goede connectiviteit hebben. WiFi waar het kan, denk ik. Op alle mogelijke publieke plaatsen. En probeer dat ook gratis openbaar te beschikken te stellen. Zie dat je 4, 5G bereik hebt waar het is. Je hebt meer dan sport, maar dat is al een basis. Als je straks iets wilt gaan gebruiken. Ik word wel enthousiast als je dingen kan combineren. Dat is warm als je een wandel of een hardlooproute doet. En je hebt paaltjes die geven een richting aan of een afstand aan. Zet er een QR-code op. En uit die QR-code scan je een oefening. Die QR-code geeft misschien ook informatie over de vogels die daar aan het broeden zijn op een bepaalde tijd van het jaar. Ja, je moet die QR-code dan gaan scannen. Dat is een gemakkelijke kritiek die dan gegeven wordt. Dat klopt. En je kan dan toevoegen wat je anders vroeger een kast moest hebben met een vogeltje of een groot bord. Dus dat is denk ik ook een uitnodiging om creatiever te zijn. En ook ruimer dan alleen sport gaan te denken. Ja, absoluut. Die QR-code is een heel goed voorbeeld. Waar ik net ook zelf aan aan het denken was. Dat nu met de beweegbanken bijvoorbeeld. Dat er ook oefeningen worden aangeboden. Uit heel veel onderzoek blijkt ook dat de sport geletterd heet. Dus hoe meer je sport, hoe meer je ook weet over sport. En hoe meer je ook met zo'n beweegbank gaat weten wat je moet doen. Maar wederom, als we naar die groep gaan kijken die we nog niet bereiken. Of die dat te weinig of niet sporten. Die weten vaak niet wat ze met zo'n bank kunnen doen. Dus daar kunnen die QR-codes heel goed helpen. Ik weet ook van sommige gemeenten. Bijvoorbeeld de gemeente Herend. Dat die ook af en toe een coach daarbij zetten. Zodat passanten en mensen dat daar komen. Dat zij ook cursussen organiseren van hoe kan je die banken gebruiken. En dan ook uitleggen van ja, weet je het niet zo goed? Scan een QR-code en je kan verder gaan. Dus ook daar weer technologie is een vervanging van die coach. Maar ook niet honderd procent. Die coach gaat er altijd van moeten zeggen van ja, je kan hier die codes scannen. En zo kan je oefeningen gaan doen. Ik denk dat dat een zekerheid is. De hardware, dat is naar basis. Je moet voorzieningen hebben. Maar hoe je het dan gebruikt. En ik denk ook, maar goed die voorbeelden zie je ook opduiken. Het is heel leuk dat je pleintjes hebt waar je kan voetballen en basketballen. Maar als er geen voetbal of geen basketbal is. Dan kan je vrij makkelijk een soort automaatsysteem bedenken. Dan kan je dat worden kritiek. Ja, maar als er dan een bal verdwijnt. Ja, dan verdwijnt er een bal. Dat is allemaal wel denkbaar. Maar dat is denk ik ook eentje waar we echt naar moeten gaan kijken. Als we eigenlijk sportbeleid willen maken. Sport- en beweegbeleid. Ik vind het beide belangrijk. In de breedst mogelijke zin. Dan moeten we denk ik aan de ene kant natuurlijk met experts. En vanuit beleidsmakers kijken wat nodig is. Maar ga alsjeblieft ook de wijken en de buurten. En een vraag aan mensen. Waar de belemmeringen liggen. Die zitten vaak in heel veel van die basale. En opnieuw, het is een heel mooie voorbeeld. Net zoals als je ergens gaat hardlopen. En je een lokker ergens kan vinden. Omdat het toevallig toch een sport is waar je je spullen kan stoppen. Of toevallig toch van die douchevoorzieningen gebruik mag maken. En laat het dan nog iets kosten. Als dat te duur wordt. Maar dat zijn basale voorzieningen. Die vaak voor mensen echt wel drempels opwerpen. Ik denk dat dat meer dan ooit nodig is. Ga gewoon vragen doen aan mensen. En is daar misschien inderdaad ook onderzoek naar gedaan. Wat zijn de drempels die mensen weerhouden. Om te sporten en te bewegen. Misschien inderdaad moeten we het breder bekijken dan S-sport. Het klassieke sport. Maar inderdaad ook bijvoorbeeld wandelen. En natuurliefhebbers. Dat is eigenlijk ook beweging en sport. Zijn er cijfers rond? Ja, absoluut. De motieven waarom mensen niet aan sport doen. En heel vaak vermelden. Maar ja, dat is een die ik zelf ook wel eens durf vermelden. Ik denk iedereen wel. Ja, geen tijd hebben. Dat is eerder een schijnexcuus, denk ik. Het is ook tijd maken. Maar daar kunnen ook weer technologieën. Zoals net gezegd. Die dat ook na tien uur beschikbaar zijn. Wanneer de mensen daar geen toezicht meer doen. Maar als je met een QR-code daar wel kan binnen geraken. En zo zijn er nog wel oplossingen te bedenken. Waar de technologie dus een rol kan spelen. Tijd is zeker een aspect. Maar ja, ook sociale contacten. Geen juiste mensen om mee samen te sporten. Ook daar kan technologie deels een oplossing bieden. Ik denk maar aan informele loopgroepen. Die je via een of ander sociale media kanaal gaat stimuleren. Geld. Geld, ja. Dat is ook eentje. Eén die we echt niet mogen vergeten. Is ook geen interesse. En dan zit je vaak op het sportstuk. Dus ik denk dat we moeten aanvaren. Dat je gewoon een groep is die dat niet leuk vindt. En het bewegstuk is denk ik weer wat anders. Misschien, ik weet niet of die past aan dit kader. Iets waar wij vrij actief mee bezig zijn. Is bewegen. Niet alleen bewegen. Vitaliteit in de werkomgeving. Dat is niet alleen bewegen. Dat heeft ook met welbevinden en van alles te maken. Hebben wij ooit een concept. Een work walk ontwikkeld. Wandelend vergaderen. Dan moet je daarover ontwikkelen. En ons basisconcept had eigenlijk drie kenmerken. Maar ik denk dat die alle drie vandaag nog altijd gelden. Als je daar gewoon bent, is dat de evidentie zelf. En als je een overleg hebt met een collega. Die zegt, je vindt het allebei leuk. We gaan luchtjes scheppen. We doen het praten. Of vaak als ik met medewerkers een gesprek heb. Ook over hun toekomstplannen. Is dat vaak een aangenamere sfeer dan op een vergaderruimte. De afstand. Ik heb een half uur in mijn agenda. Ga ik hier nu lekkeraak wallen? Of is er een routing die ik kan zien? Dat ik weet dat die ongeveer een bepaalde... Dat was voor mensen heel belangrijk. Iets van, ik wil het wel. Maar geen idee waar en hoe. Tweede punt was met name, waar beginnen we dan? Want wij zitten nu hier in deze studio. Jij zit misschien straks in het hoofdgebouw. Maar waar spreken we af? Heb je startpunten? En kan je op verschillende punten? En misschien nog wat het meest belangrijke. We hebben die in onze eerste studies die we deden. Voordat we het gingen breed uitrollen. In de Outlook kalender gezet. Als een officiële vergaderruimte. Dat heeft ons heel veel discussies gekost. Want dat was een administratieve opgave. En iedereen kan dat toch gebruiken? Natuurlijk. Maar de reden om dat in die vergaderruimte te zetten. Was dat collega's konden zien dat je aan het werken was. Dus dat je misschien ook wel weg was. Maar dat dat werk was. Want wandelen tijdens werkuur wordt heel vaak nog aanzien als niks doen. Terwijl dat misschien wel de meest creatieve momenten zijn. Dus die legitimering. En zo zijn we eigenlijk vijf jaar daarop gedenkt. Er waren altijd belemmeringen. Elk ding had een belemmering. We willen iets op kunnen schrijven tijdens onze wandeling. Dan verzie je toch ergens twee, drie punten waar dat kan. Moet je lagen zelfs gaan voorzien als slecht weer? De vraag is natuurlijk, hoever ga je erin? Maar ik denk dat het ook wel helpen is om te tonen van. Ja, heel veel belemmeringen kunnen we weghelpen. Maar het alleen aanleggen van die routes met een bord dat hier een route is. Is niet voldoende. Nee, inderdaad. En zoals Steven daarnet zei. Want ook daar zijn cijfers voor. Dat hebben we nu recent berekend. Dat 20% van de mensen echt aangeeft niet te willen sporten. Maar dan gaat het niet over bewegen natuurlijk. Maar over sporten. 20% van de mensen zal je zelfs met al die maatregelen. Dat we nu hebben niet kunnen bereiken. Maar dat geeft natuurlijk nog wel ruimte. Om 20% van de mensen van 60 naar 80 te gaan. Dus 20% meer mensen te laten sporten. Of procentpunten moet ik eigenlijk zeggen. Meer te laten sporten. En tegelijkertijd om die 60% dat we wel bereiken. Om die nog meer te laten sporten. Dus daar kan die technologie inderdaad. Met dat heel goede voorbeeld. Wat we daarnet hoorden over wandelen en vergaderen. Als je tijdens je uren al wat tijd kan besparen. Om het zo te zeggen. Dat is een heel goede oplossing. Ja en ik denk ook met die 20%. Kijk en als ik het antwoord wist. Dan was ik hier waarschijnlijk stinkend rijk mee geworden. Is een grapje. Ook daar. Sporten zal niet het middel zijn. En natuurlijk moet je kijken of iemand het kan. Ik bedoel kan daar maar door middel van gezondheidstoestanden. Of ik weet niet wat zijn dat. Maar bewegen. Waar het lukt. Is als je mensen ook het nut kan tonen. En een wandeling aan zich heeft weinig nut. Als je het gevoel hebt dat je geen tijd hebt. Dan krijg je stress dat je tijd aan het verdoen bent. Terwijl iemand anders zegt. Moet ik wandelen? Dan ontspan ik. Dat ervaar je niet. Maar het nuttige aan het aangename koppelen. Het instrumenteel maken. Dat je toevallig met je auto niet vast moet staan in die winkelstraat. Als je toevallig een parking hebt. Verder de auto kan parkeren. En dan eventjes 200 meter wandelt. Dus dat soort suggesties die ook kunnen helpen. Met het parkeerbeleid. Dat werkt wel. Omdat mensen op die manier verleid worden. Om het te doen. Vanuit de beweegintentie. Maar vanuit een ander nut. Wat ze zien. Ik denk dat we daar ook meer moeten over gaan denken. Hoe we integraler gaan denken. Niet alleen sport. Niet alleen bewegen. Gezondheid. Mobiliteit. Wonen. En die stappen worden ook wel gezet. Maar ik denk. Die ga je op een andere manier. Ik denk dat iedereen te verleiden valt. Maar je gaat een ander soort verleidingsstrategie moeten gebruiken. Wat is het nut van meer sporten en bewegen te koersen? Dat is misschien ook wel een vraag die veel mensen zich afstellen. Waar heb ik nu effectief baat bij? Door inderdaad een auto verder te zetten en te wandelen. Of door mijn zitgedrag op het werk te doorbreken. Door zo'n wandelende vergadering. Wat zijn daar de voorrelen van voor de mensen? Dat is een hele boeiende. Ik denk dat we heel veel uit geleerd hebben. In dit geval als onderzoekers. Wat motiveert mensen? En degenen die gemotiveerd zijn. Als je graag sport. Dan ga je sporten. Dat kan het wel zijn. Dat door je wordt plots ouder. En je hebt kleine kinderen. Dan zijn er misschien factoren die het moeilijker maken. Maar dat plezier is er. Voor iemand anders is het het gevoel na het sporten. Nu voel ik echt dat ik een lichaam heb. Ik kan vlot mijn werkdag aan. Dat is een manier om een sociaal contact te onderhouden. Maar we gaan ook niet vies moeten zijn. Om te snappen dat die motieven voor sommige mensen helemaal anders kunnen liggen. En misschien net heel instrumenteel zijn. Het gezondste argument. In mijn beleving werkt dat alleen als je het ervaren hebt. En dat betekent ofwel dat je zelf op een gegeven moment ervaren hebt. Dat het echt wel nodig was. En dat het anders was. Of dat het vijf voor twaalf misschien wel was. Of, dat kan je zelf zijn. Dat kan een omgeving zijn. Maar het gezondste argument wat over twintig jaar is. Of over dertig jaar. Dat zal een enkeling motiveren. Maar wij mensen zijn gewoon redelijk hier en nu ingesteld, denk ik. Ja, absoluut. Want ik ben zelf zeker geen psycholoog in de verste verte. Maar wat ik wel ook weet is dat mensen met rationele argumenten gaan overtuigen. Dat is heel moeilijk. Dus ik kan tegen mensen wel zeggen. Sporten is goed tegen hart- en vaatziekten. Het is goed tegen mindere kansen op kanker krijgen. Het is voor heel veel zaken goed. En dat weten al die mensen? Ja, dat weten die. Maar je gaat mensen uiteindelijk, en dat blijkt ook uit alle resultaten, mensen sporten. Omdat het plezant is. En dan komt het lichaam, hoe dat eruitziet. En gezondheid komt altijd op een tweede plaats. Maar op respectabele afstand. Ik denk dat mensen dat erbij vermelden ook vooral. Ik sport ook omdat ik het leuk vind. En waarom? Ja, ook wel om een beetje beter conditie te hebben en dergelijke. Maar dat gaat mensen niet overtuigen om hen te laten sporten. Dus die argumenten puur op de ratio inspreken. Dat is met alles, zoals met eten ook zo. Ja, je moet mensen ook het plezier kunnen geven. En ik denk dat we vooral daarop moeten inspelen. En technologie ook. Ja, en ik denk als je kijkt naar motivatie. We willen natuurlijk, en zo zijn we ook als mensen. Ik ben toevallig wel een psycholoog van origine. We willen heel makkelijk iets in hokjes en een model stoppen. En dan zeggen we, extrinsieke motivatie, als je het doet omdat je er iets voor krijgt. Dat is niet zo'n goede motivatie. De motivatie als het echt vanuit jezelf komt. De autonome motivatie, dat is veel beter, die is veel sterker. En als die dan echt intrinsiek is, omdat je het echt graag doet. Dat is de hoogste mogelijke kwaliteitsvorm van motivatie. Ja, dat klopt. Alleen, iemand intrinsiek gemotiveerd krijgen, dat is nogal redelijk moeilijk. Want je gaat dan iemand iets laten doen om het te worden. Je bent het of je bent het niet. En ik geloof dat mensen op enig moment. Maar ik denk dat we met z'n allen, en dan kijk ik ook terug naar mijn stuk lolbaan. Ook met die technologie heel erg. Ja, mensen moeten intrinsiek gemotiveerd worden om te sporten. Nee, want dan gebruik ik die technologie niet. Als ik dat als een hulpmiddel gebruik, is het per definitie al niet intrinsiek. Want als ik naar een stappedoel kijk, is het ook niet intrinsiek. Maar daar is niks mis mee. We hebben al heel lang gedacht dat intrinsiek vies was, slecht. Dan krijg je natuurlijk het omgekeerde. We gaan onmiddellijk belonen. Je hebt ook apps die je letterlijk kortingen geven als je doet. Ik denk dat dat een hele mooie strategie is om een begin te maken. Dat is niet duurzaam. Want dat kunstje gaat op een gegeven moment uit. Is die app slecht? Nee, totaal niet. Ik denk dat die heel waardevol zijn om een boost te geven. Of de campagnes van laten we nu deze week met z'n allen hier op de campus zoveel stappen zetten dat we er aan de maand komen. Ik vind dat heel waardevol om te boosten. Dat is alleen niet duurzaam. We zijn met een onderzoeksgroep daar ook mee gaan spelen. Ik weet niet of dat misschien ook nog wel interessant om te delen. Kunnen we dan dat extrinsieke, dat beloningsgedrag, op welke manieren zou dat er kunnen uitzien? En opnieuw even situeren een onderzoeksgroep die rond industrial design zit. Dus dat betekent dat wij ontwikkelen mogelijke vergezichten van technologie. En we maken ze ook. Het werkt. Maar je gaat dat natuurlijk niet mooi op de markt zien. Een van die fenomenen was, kunnen we uitgestelde beloning geven? Dus je gaat hardlopen. En op dat moment het bestraven gebruikt om de data te registreren. En vervolgens wordt dat gekoppeld aan een kunstwerk, dat aan de Muring. Dat was een soort grote kast. Waar allemaal houten staafjes uit naar voren kwamen. Die dan jouw looproute in de stad toonden. En dat duurde gemiddeld twee en een halve dag, dat die staafjes heel straf kwamen. Dat is een soort slow rewarding. Om eigenlijk te zeggen, het is meer dan dat ene loopmoment. Je kan daar eigenlijk nog twee dagen van genieten. En je gaat dan opnieuw. Dus dat was een mogelijk mechanisme. Een ander mechanisme, dat noemde de unpleasant troublemakers. Of de pleasant troublemakers. Die waren ook herrieschoppers. Slecht verteld denk ik. Een van die voorbeelden was een kleerhanger. In een kast. Die tegen de kasteur begon te tikken. De kleerkasteur. Op het moment dat je gepland had om aan je agenda te lopen. En het niet gedaan had. Kunnen we zowat frictie noemt dat dan. Zowat onwennigheid. Maar op een leuke manier. Een ander waar we mee geëxperimenteerd hebben was. We registreerden waar mensen liepen. De ondergrond. De omgeving. En dan met een soort geurdiffuser. Twee, drie dagen later. Die geur van dat bos. Dat was het laatst geweest waar we in die kamer laten komen. Om te kijken of dat prikkelde. Dat zijn drie voorbeelden denk ik. Als je dat gaat doordenken. Waar technologie heel stevig in zit. Waar het heel ver gaat op het moment. Het gaat ook over een tattoo waar we ooit mee bezig geweest zijn. Om het lichaam mensen te coachen. Maar waar je voelt, je zoekt daar opnieuw. Wat werkt voor wie. In heel dat motivatie pakket. En voor de ene moet je aanwaken op wat je altijd leuk vond. En voor iemand anders moet je het misschien heel instrumenteel maken. En ook dat denk ik dat we geleerd hebben. Dat we niet vis moeten zijn van de ene of de andere vorm van motivatie. Ik denk dat we als onderzoekers stiekem toch wel wat jaren gedaan hebben. Dat we het ene altijd als beter zagen. En de ervaring leert dat dat duurzamer is. Begrijp me niet fout. Maar dat we daar ook moeten verkennen. Dat het ook een wisselwerking is tussen twee. Dat je eerst extensief gemotiveerd misschien moet worden. Om uiteindelijk intrinsiek te worden. De voorbeelden zijn ook legio van mensen. Die dat verplicht zijn moeten gaan lopen. Of toch echt wel er een heel grote noodzak van zagen. En nadien echt sportverslaafd worden. Zo ken ik er in de vriendengroep toch ook wel heel veel mensen. Dus het hoeft inderdaad. Het ene hoeft het andere niet in de weg te staan. Maar kan elkaar misschien zelf versterken. En als we dat dan eigenlijk terugpakken naar het beleid op zich. We zien inderdaad dat er heel veel voorbeelden zijn. Bijvoorbeeld de kleerhanger en de staartjes enzo. Dat ofwel thuis ofwel op een huiselijke sfeer. Of in de onderneming ofzo te zien is. Maar is er dan vooral vraag naar infrastructuur. En bijvoorbeeld maak de wandel- en fietspaden in orde. Of voorzien extra buiten sportactiviteit. Inderdaad bijvoorbeeld met lichtgevende paaltjes. Of nudging van bijvoorbeeld die kweerkodes. Waar zit dan in Vlaanderen het grootste probleem. Eigenlijk van mensen in de lagere sociale klassen. Laagdrempelen gaan bewegen krijgen. Of de koer misschien al buiten te krijgen. Ja ik denk gewoon dat ook hier weer technologie de extra laag is. Je hebt infrastructuur. Daar hebben we serieuze stappen gezet. Heel grote stappen gezet richting laagdrempeliger dan vroeger. Met sportclubs ook. Daar wordt ook enorm aan gewerkt. Ook via subsidiebesluiten. En ik denk dat technologie gewoon weer de extra stap is. Toegepaste mogelijkheden aanbieden aan mensen. Zodat zij op een informelere laagdrempelige manier kunnen gaan sporten. Ik weet ook uit... Ik geef studenten ook de taak mee om eens met een sportdienst te gaan praten. Dan komen ook wel voorbeelden naar boven dat gemeenten daarmee bezig zijn. Strava challenges hebben we al aangehaald als een voorbeeld. Maar ik weet ook van een gemeente die momenteel aan een app aan het werken zijn. Om mensen met elkaar in contact te brengen. Wil je gaan voetballen onder elkaar? Wil je gaan voetballen maar heb je totaal geen idee waar naartoe te gaan? Wil je toch ook niet meteen naar een club gaan waar je meteen 200 euro moet gaan betalen? Wil je eens gaan testen? Daar kan technologie echt wel een grote rol spelen denk ik. In mensen verbinden. In mensen een aanbod voorzien. In begeleiding. Ook een atletiekclub die dat misschien een paar uren vrij maakt om mensen met een start-to-run te begeleiden. Daar kan ook technologie weer heel laag in plicht werken denk ik. Ik denk dat het en-en is. Het is geen of-of verhaal. Je gaat denk ik moeten investeren in klassieke voorzieningen. Voor mij is een klassieke voorziening een zwembad, een sportszaal enzovoort. Daarnaast de buitenruimte is natuurlijk... ...heeft enorm veel meer aandacht gekregen in de laatste acht jaar. En terecht denk ik. Waar een heel groot potentieel ligt. En dan gaat het inderdaad rond paden die ook vrij moeten zijn. Dat is sinds een stormige herfstnacht geweest dat er iemand checkt dat die bomen van padden zijn. En dat er wat te modderd is. Dus dat is ook deel van het pakket. Dus dat zeker. Tegelijkertijd denk ik dat wel een rol speelt bij gemeenten. En misschien nog wel... Dat is natuurlijk ook met de omvang van de gemeente te maken. Want er zitten heel grote verschillen in klein en grootschaligheid. Je kan niet verwachten dat iedere individuele aanbieder in je gemeente... ...of dat nu een sportvereniging is of iets anders. Dat die allemaal zelf het... In het Nederlands zeggen ze het wiel terug gaan uitvinden. Ik denk dat we hier zeggen het warm of koud water. Koud water opnieuw uitvinden. Warm. Ik weet het niet. Allszins gaan uitvinden wat al gebeurd is. Dat die allemaal zelf gaan investeren in een stukje technologie. Want daar is iedereen veel te klein voor. Dan ga je allemaal apart iets gaan doen. Dus bijvoorbeeld op het niveau van een gemeente. Maar dan bijvoorbeeld het liefst ook nog zo'n app die nog meer doet dan alleen die sport. Die echt misschien wel cultuur en natuur en alles verbindt. Want dan ga je kunnen triggeren. En je wilt mensen ook gewoon wat verleiden. Dus ik denk dat daar wel een belangrijke rol ligt. Om wat groter te denken. Maar tegelijk... En misschien nog wel een oproep. En dat is misschien wat jullie ook wel graag horen. Wat mijn ervaring leert is als wij ook studenten in actie laten gaan in gemeenten. Dat dat heel vaak eye-openers biedt voor mensen. Dat het anders kan. Dat het allemaal niet zo spannend hoeft te zijn. Dat het ook vaak heel kleinschalig. Want de manier hoe jullie met technologie omgaan. Ik voel me heel oud. Om een beeld te schetsen. De dag dat ik begon te werken. Toen was de mobiele telefoon. Die begon net ongeveer zo'n intrede te doen. In 1998-1999. En toen begon die eigenlijk net pas. Ik kom nog uit de generatie toen ik studeerde. Waar je aan een telefooncel moest telefoneren naar huis. Het internet is volgens mij in 1995 gelanceerd. Dus e-mail dat was in 1998 nog vrij in de kinderschoenen. Je wist niet eens goed waarom je een e-mail zou sturen. Dus de manier hoe er nu wordt omgegaan met technologie. Moet ook vooral door jullie generatie de toekomst worden bedacht. En niet door mijn generatie. Ik ben 49. Maar dat betekent wel dat ik behoorlijk al oldschool ben. Dus dat is ook wel een belangrijke oproep. Ga dat niet bedenken vanuit het beeld wat ik heb. Maar ga dat bedenken vanuit wat de toekomst nodig heeft. Ja, inderdaad. En dat is ook het voordeel van een podcast. Dat we hier een beetje vaag of sturend kunnen optreden. En dat is inderdaad ook wel een tip naar jullie toe. Of een advies. Lijst misschien eens op wat er allemaal is. Er is al zoveel. Ik weet de digitale oriëntatietocht. Vroeger was dat in onze tijd, om het zo te zeggen. Nu beginnen we echt oud te klinken. Dat was met zo'n rood vlaggetje. En dan moest je iets afknippen. Tegenwoordig is dat allemaal digitaal ook mogelijk. Dus om daar eens een opleiding te maken van wat kunnen gemeenten doen. Maar daar krijg je bijvoorbeeld, en opnieuw is de vraag. Gaat de sportparticipatie daarmee omhoog te cijferen? Want dat is ook nog eentje van hoe ga je straks afmeten of wat je gedaan hebt succesvol was. Dat is ook nog een hele spannende. Want ik denk dat je heel veel dingen doet die je niet altijd 1 op 1 kan vaststellen. Maar als ik kijk, mijn kinderen zijn bijna 14 en 9. Wij gaan meestal in de zomer, de bergen, het zijrichting Scandinavië proberen te doen, het wandelen. Of van de eigen natuur. Wandelen aan zich is voor kinderen de basis niet leuk. Ze zijn heel klein, ze beseffen het niet. Dat heeft iets vrij saai in zich. Op een gegeven moment zijn wij, en we zijn er misschien ook alweer voorbij, ontdekken we het geocache. De geocache app die koop je wel aan. Dat is een eenmalige aankoop. En op het moment dat wij ergens zijn, en het lijkt dat het vervelend wordt of er moeite is, dan gooien we die app even aan. En dan ligt er altijd wel ergens een individu die daar een geocache ergens op stopt. In de meest absurde plekken. En dan is gewoon letterlijk het kinderlijke drang, ons volwassenen hebben dat ook, waar zou dat kunnen liggen? En hoe goed is dat verstopt? Dan ga je niet meer dan je naam erin schrijven. En je vinkt hem op je app. Gaat dat de sportparticipatie omhoog halen? Nee, maar dat maakt wel het wandelen op dat moment weer even leuk. En dat zijn ook dingen die je echt kan promoten, van dingen die er zijn. Dus dat kan volgens mij ook in je beleid een rol pakken. Not invented by us, zeggen ze dan. Het hoeft niet per se zelf bedacht te zijn. En dat zijn gewoon individuen die dat zelf neergelegd hebben. En ik verschiet ervan, als ik het een keertje doe, hoe frequent dat dat nog mensen geweest zijn. Dus dat betekent, dat is best wel een grote groep. Het is niet zomaar... Het is ook dat soort dingen, denk ik. Ja, absoluut. En dan zijn we ook bij het concept misschien, waar dat digitaal apps-normen toe kunnen bijdragen, en dat plezier is de gamification, van al dat spel maken. Form and go. Dat heeft ook heel lang heel veel succes gehad voor de jeugd om terug te bewegen. In 2016, denk ik, dat het ergens gelanceerd werd. Waarvan ook onnoemelijk veel, en zelfs vandaag de dag, dat het nog redelijk succesvol is, maar wel een stuk minder dan in de hoge dagen. Maar nog steeds, en daar... Volgens mij krijg je daar wel een mooi voorbeeld van het samenspel tussen technologie, wat mensen doen, en het effect wat dat kan hebben op bewegen. Want daar zijn nadien al studies geweest. Het heeft echt wel iets op stappendoelen gedaan, dat mensen, het aantal stappen. Maar als je de analyse maakt, en ik hoop dat ik... Dan zal het vereeuwigd fout gezegd zijn, maar... Je zat op het moment dat Pokémon Go werd ontwikkeld, dat Nintendo zat wat te zoeken naar... Het moet je terugmaken. Potentieel, dat is het. De grote spelconsole-spelers. Die hebben allemaal hun eigen successtories, en Pokémon zit toevallig in die hoek. En er was vanuit de Google-hoek een applicatie ontwikkeld om iets met kaarten te doen. Ja, ingress, denk ik. Dat heb ik nog gedaan om met poorten aan te vallen. En die twee zijn op een gegeven moment gewoon samengevoegd. Twee bestaande dingen. En dat is Pokémon Go geworden, waar ze dan een stukje... Enigszins augmented reality hebben toegevoegd, zoals je ziet. Nooit ontwikkeld vanuit... Maar wel waar twee giganten achter zitten. Twee tech-giganten. Die natuurlijk ineens in staat zijn om dat te doen. Dus dat is, denk ik, waar rechten op om dan te gaan zeggen we gaan van Pokémon Go ons beleid maken. Nee, dat leg ik me niet heel verstandig. Maar het is wel iemand die op dat moment echt kan gaan mee met de marketingmachine, die je misschien als gemeente hebt, kan gaan omkazen. Dus ik denk dat dat ook vooral is. Wees sensitief voor wat er gebeurt. En ga daar gewoon slim op aanhaken. Ja, absoluut. En dat is het perfecte voorbeeld van integraal beleid. De eerste keer dat ik dat gezien heb, Pokémon Go, was toen dat er een horde van honderd jongeren aan het mas, rond het mas, die gingen van links. En dan kwamen die ineens terug helemaal aangelopen in de andere richting. Ja, ook. Ik denk niet dat ik bij het mas was, maar ik heb ook de nodige rondjes gemaakt. Maar het is wel een boeiende. Want op zich krijg je dan die verschijningsvorm. En die was er ineens. Dus ik denk dat het een rat rond 2016 was. Maar ja, dat is nu een massa, wat jij benoemd, Erik. Maar er staat dan ineens een groepje jongeren. Dat zijn twaalf jongeren. Als ik met een donker, git, zwarte bril opzit. Hangjongeren die daar ergens... Terwijl, dat is geweldig. Er is een ontmoeting. Ze zijn eigenlijk allemaal toch op hun telefoon gericht. Maar dat is wel een manier waar ook ontmoetingen ontstaan. Ik denk ook een tijd dat eenzaamheid speelt, hè. Maar dat betekent dat je moet gaan verder durven denken, als beleidsmaker, om het potentieel in dingen te zien. En nogmaals, je gaat niet kunnen hardmaken, vier jaar later of zes jaar later, van ons beleidsplan is helemaal geslaagd, want we hebben bewust gekozen op Pokémon Go. Nee, dat is toevallig een beweging die kwam. Maar je kan daar wel heel slim op gaan inspelen. En daar ook de perceptie rond, hè. Ik denk ook gewoon aan de rest van je gemeente gaan uitleggen wat er gebeurt. Dat is ook vaak denk ik iets, hè. De ene denkt aan die jonger daar, terwijl iemand anders denkt... Dus ik denk dat daar ook een belangrijke rol in zit. Ja, absoluut. Ja, ik gebruik vaak de metafoor van sportbeleid als een groot Lego-pakket. Elk steentje gaat eraan bijdragen. En ook, ja, digitaal zal er ook gaan bijdragen. Samenwerking met Nintendo en andere partners gaat er ook aan bijdragen. Alles gaat bijdragen aan het doel om meer mensen te doen bewegen. Maar het is een complexe uitdaging, waar we niet zomaar oorzaak en gevolg 100% kunnen vastleggen. Nee, maar dat betekent wel, en ik denk dat dat misschien met een paar gram pot gekomen is, de analysefactor die meestal op tafel ligt bij beleidsmakers als we een oefening maken van hoe komt het dat de bewegingarmoede toeneemt en dat de kinderen minder motoresvaardig zijn en fit. Het ligt aan de schermen. Het ligt aan de... Ja, dat zal mogelijk een rol spelen, maar tegelijkertijd is het ook weer iets wat je wel kan gebruiken. En nu ga ik even buiten de sport, maar als ik kijk hoe mijn kinderen op dit moment... Die weten exact redelijk goed te vertellen wat er in de wereld gebeurt. Die kijken naar een karrewiet op hun tafel, die kijken naar YouTube-filmpjes als ze iets willen weten. Dus die vergaren gewoon op een hele andere manier hun informatie en beleven dat op een hele andere manier. En die multitasken, jullie misschien ook, ik niet, maar dat is nooit één scherm. Dat is een tablet en dan nog op een telefoon en dan zijn ze misschien nog aan het fortnuiten. Dus dat is een andere generatie die ook opduikt. En natuurlijk zijn wij dat niet gewoon. Dat was niet wat wij dachten dat het beeld was. En dat zal ook wel kwalijke gevolgen hebben, maar tegelijkertijd zit daar ook een potentieel. Ik denk alleen, dat is dan misschien mijn advies, ga ook niet vol mee in hypes als je beleid wilt maken. Dat moet een stabiele basis zijn die altijd werkt, die ook jouw core business is. Ik denk dat op het moment dat gemeenten gaan zeggen, ja, ons sportbeleid, we gaan zwaar investeren, dat in plaats van sportpromotoren en sportfunctionaires, dat we hier een digiteam hebben met allemaal technoten, dan zijn we fout bezig, denk ik. Alleen, sta daar wel alsjeblieft voor open. En ik denk dat als we dat dan inderdaad samenvoegen in Blender, dan komen dat samenwerken en samen inzetten om mensen in beweging te krijgen, dat dat wel heel nuttig kan zijn. Zowel mens als machine. En ik denk inderdaad ook in Vlaanderen dat er heel hard achter gezeten wordt om boven lokaal ook dingen te doen. Dat dat inderdaad misschien iets is dat beleidsmakers mee kunnen pakken van niet enkel binnen de eigen gemeente, maar trek dat breder. Zijn er probleemgroepen? Zet die in een WhatsApp-groep. Of bijvoorbeeld organiseer laagdrempelige zaken en implementeer daarin dan uw technologie om mensen dan ook effectief te belonen door hun activiteit. Alzijd met kortingen, alzijd met uitgestelde beloningen. Maar dat de basis is samenwerken en samen verder zetten om mensen in beweging te krijgen. Levenslang. Ik ga er mee leven met die samenvoeding. Dat kan er ook mee leven. Dat is een goeie saanpassing. Ik denk dat we dat goed kunnen afronden. Dan wil ik jullie ontzettend bedanken voor jullie aanwezigheid vandaag in de studio. Wat mag de toekomst jullie nog brengen op sportief vlak als afsluiter? In mijn geval meer is beter, dus toch wat meer sporten. Dan laten we dat bescheiden doen. Ik ben eindelijk terug op het goede pad met meer te sporten en vooral evenveel plezier erin hebben. Ik had me eerst voorgenomen om het eind van het jaar een marathon te lopen. Maar ik merkte al na enkele weken dat mijn knieën een pijnpunt zouden worden. Dus ik denk dat ik me meer ga focussen op een meer fitnessjourney dan een loopjourney. Zeer interessant. Met gebruik te maken van apps die we in de verdere toekomst gaan bespreken. Hartelijk dank voor het luisteren en tot een volgende keer. Ondertitels ingediend door de Amara.org gemeenschap

Other Creators