black friday sale

Big christmas sale

Premium Access 35% OFF

Home Page
cover of Elisabeth moeder van Dmitry die volhardend bleef bidden
Elisabeth moeder van Dmitry die volhardend bleef bidden

Elisabeth moeder van Dmitry die volhardend bleef bidden

Piets PodcastPiets Podcast

0 followers

00:00-30:45

Interview met Dmitry zijn moeder Elisabeth. Haar moeilijke jeugd maar ook de standvastigheid van haar geloof waardoor Dmitry geen abortus onderging maar een man Gods kon worden. Ze vertelt ook hoe Dmitry veranderde van een lief zelfstandig kind in een boze en verslaafde man. Maar ze bleef bidden want ze had een belofte gedaan aan God en God hield haar aan die belofte en vertelde naar welke kerk ze moest gaan.... daar brak Dmitry en veranderde voorgoed... de verloren zoon kwam Thuis...

Podcastverslaving overwinnenverslavingcocaineGods hulpGods liefdebiddende kracht van gebedPiet Laanhoe kom ik van mijn verslaving afhoe kom ik van een depressie af

Audio hosting, extended storage and much more

AI Mastering

Transcription

Elizabeth is the mother of Dimitri, who had a difficult childhood but prayed for him and herself. Dimitri had a loving and curious childhood. Elizabeth chose not to have an abortion despite the circumstances. She believed in God's plan for Dimitri. Dimitri had a troubled past and struggled with addiction, but a church experience changed him. Elizabeth had a strong faith and taught Dimitri from the Bible. She had a difficult upbringing but found comfort in the church. She had a profound experience in the hospital that reaffirmed her faith. Dimitri had questions about the Bible from a young age. He challenged the evil in the world. At one point, Dimitri lost his faith and couldn't pray or discuss the Bible. Elizabeth saw it as a necessary part of his journey to learn to love himself. Vandaag spreken we met Elisabeth. Het is Dimitris moeder die ondanks haar moeilijke jeugd bleef bidden voor Dimitri en voor haarzelf. Haar vader kwam uit Oekraïne en ze groeide op in België. Door een ervaring van liefde in het ziekenhuis begreep ze al op jonge leeftijd, op 12-jarige leeftijd, dat God haar gebed hoorde en dat God er voor haar was. De moeilijke tijden hielden echter nog lang aan, maar ze bleef echt volhardend bidden voor haarzelf en voor Dimitri. Uiteindelijk gingen ze samen naar een kerk waar ze dacht dat Dimitri eigenlijk nooit heen zou willen gaan. Maar toen ze daar waren, toen brak Dimitri. Het ging over het verhaal van de verloren zoon en Dimitri besefte dat God keek met liefde naar hem. Vanaf die dag was Dimitri veranderd van de verslaafde en de boze verloren zoon in een liefdevolle helpende zoon. Van harte welkom Elisabeth in deze podcast. Je bent, of u bent de moeder, zal ik u of u zeggen? Nee, zal maar jij. Ja, waarschijnlijk ga ik ze allebei zeggen, maar dat maakt niet uit. Je bent de moeder van Dimitri en je hebt natuurlijk ook zijn leven op uw manier ervaren. Ik wilde u beginnen met de vraag van hoe heeft u Dimitri als kind ervaren? Wat voor kind was het? Nou, Dimitri was een hele lieve baby. Weinig een goede slaapbaby en een lieve baby. Rustig vooraf, rustig. En zijn kindertijd was ook nieuwsgierig en hij wil alles alleen doen. Dat is kenmerkend aan Dimitri. Ja, rust en ik doe zelf. Dat kan ik me goed herinneren, met de armhanden achter de rug. Ja, hij kon goed zelf spelen ook. Ook goed. Hij verveelde zich nooit. Alles niet alleen. Anderen die wilden een broertje, zusje, heeft hij misschien een of twee keer gevraagd. Hij vond het goed. Hij vond het goed alleen zijn. Hij had ook weer een tijd voor zichzelf nodig. Ik heb begrepen van Dimitri in zijn podcast dat er al best wel strijd was in het begin van zijn leven. Er zouden eigenlijk abortus gepleegd moeten worden. Misschien kunt u daar iets over vertellen hoe dat is gegaan. Ja, ik woonde samen met toenmalige man, dus de vader van Dimitri. We waren niet getrouwd. Hij was vrij jong en ik was aanvankelijk. Ik had geen werk, ik had niks. De vader van Dimitri, toen wij dat hoorden, dat wou hij niet. Hij wou dat ik werk ging halen. Hij had al twee kinderen en hij zag het niet zitten. Ik woonde toen in Nederland, want ik ben met een heel vroege leeftijd naar Nederland gevlucht. Van een aardelijk huis uit België. Ik had niemand daar. Ik moest daar bij hem blijven. Toen ik wist dat ik zwanger was, deed hij het niet fout. Hij besloot toch om op weg te gaan naar mijn moeder toen hij opnieuw getrouwd was. Een nieuw leven is begonnen. Ik ben toch maar naartoe gegaan, want ik kon negen zijn. Ik moest zeggen dat ik zwanger was. Ik snap mijn moeder wel, maar op dat moment was ze heel hard. Ze heeft gezegd, het is beter dat je het weghaalt. Ja, maar dat hebt u niet gedaan. Dat heb ik niet gedaan. Hoe kwam dat? Ja, ik weet dat God dat niet wil. Dat wist ik. Ik mag dat niet en dat wou ik ook niet. Geen haar op mijn hoofd. Nee, dat doe ik niet. Ik heb begrepen dat u ervoor wil zorgen dat het niet zo gebeurt. Dan beloof ik dat het een soort man gods wordt. Ja. Klopt dat? Klopt, dat klopt. Zoals ik zei, mijn moeder valt niet. Ze was opnieuw getrouwd. Ze valt die ellende weer niet te hebben. En ze had mij in de krant gezet. Jong of oud zoeken. Ik kreeg een mooie baby. Wie wil met mij trouwen? Dat was de advertentie in de krant. Dus ik kreeg een heleboel reacties van hele oude mannen. Hele oude mannen. En ik zeg tegen de heer, het is toch niet de bedoeling dat... Ik wil dat de vader van mijn kind, mijn zoon, ik wist dat ik een zoon zou krijgen. Ik zeg, ik wil dat mijn zwaard terugkomt en voor hem komt zorgen. Dat is de gang van Zuid. Zo moet het gaan. Ik ging aan mijn knie en de enige herinnering van de bijbel, van het oude testament, was aanla met Samuel. En zij wachtte voor haar kind. En ik dacht, als zij dat weet, ga ik ook van bieden dat ik het kind mag houden en dat de vader voor haar terugkomt. Ja. Ja, later is hij teruggekomen. Ze vond het gebeurd. Met Samuel was het ook zo dat het een man gods zou worden. Ja. Nou is het ook beloofd, die ga ik dan opdragen aan de heer. Ja, ik heb het gezegd, als jij dat voor mij doet, dan zou ik alles doen wat het mij mogelijk is om hem vrij te geven. Ja. Ja, dat heb ik gedaan, ja. Mooi. Ja. Krachtig ook, he. En u was best heel gelovig eigenlijk, he. Want ik heb begrepen dat u, juist zelf, Dimitri alles onderwees uit de bijbel. Ja, hij heeft me vroeger laten zien dat hij bestond, want ik ging twijfelen. En hij heeft me heel sterk laten zien dat hij bestond. Dus ik was geen twijfel. Nee, maar hoe lang heeft hij dat laten zien dan? Nou, ik heb een hele slechte jeugd gehad. En ik ging naar de kerk. En in de kerk hadden ze zoveel liefde. De katholieke kerk? Nee, protestant. De protestantse kerk. Ik vroeg aan God, hoe kan dat nou dat jij zo liefde bent? En als ik thuis kwam, word ik in elkaar geslagen. En er was tot dan geen liefde bij ons aan. En ik zei, trouwens, ik wil weten of je bestaat. Ja. Dat was moeilijk voor me om te begrijpen. Dus ik had gezegd, om te vluchten uit die situatie, mijn enigste gedachte was, ik wil in de ziekenhuis belanden. Ik wil eigenlijk weg hier, voor een tijdje. Dus ik heb tegen de heren gezegd, zorg dat ik een vriendend arm heb, dat ik iedereen van het ziekenhuis moet. Ja. En de situatie thuis was zo erg, dat ik wilde vluchten. En de enigste dat mij opkwam, is het ziekenhuis. Nou, heel vrij snel daarna, moest ik mijn buurtjongetje halen van school. En ik liep op straat, ik kreeg toch een steek in mijn buik. Blindedarm. Blindedarm. En tien dagen later was ik in het ziekenhuis. Blij, met een blindedarm. Ja, ik was er ontzettend blij, ik moest nog drie weken blijven, want ik had een ontsteeking. Dus, gek genoeg, ze liepte en hij bestond. Want ik zeg tegen hem, nu heb ik dit liet tekenen, dat hij bestond, want ik kan er niet meer doorheen. Nee. Dus ik weet, als ik bijd, dan hoort het wel. Ja, bijzonder hè? Ja. De wetsverhoring hoort het. Ja, ja. Het was voor mij... Eigenlijk, ik ging er helemaal niet in. De pleister, die waren zo licht. Ik was er niet in. Nee, ik lach erom. Ik moet erom lachen, omdat de meeste mensen, als ik erover na zit te denken, die widden om uit het ziekenhuis te komen. Maar u bad om in het ziekenhuis te komen. Ja, want de vlucht, ik moest vluchten. Ik was ook heel erg... Ik was suicidaal in die tijd. Ik wou echt een einde aan m'n leven. Zo zacht had ik het daar. Dus dat was voor mij... En zo'n liefde voor m'n zuster. Ik was er heel blij mee. Echt. Oké. En in het ziekenhuis is er ook iets gebeurd met uw geloofsleven of gebedseleven? Nou, ik was wel een beetje indrukt dat hij... Dat was een cadeau voor mij. Dat was voor u de echte bevestiging? Ja. Hij hoort me, hij ziet me en hij kijkt naar m'n ogen. En ik heb hem aangehouden. Als ik hem wat ga vragen, dan hoort hij het mij. Het is een bevestiging. En dat gebeurde ook heel vaak? Dat gebeurde heel vaak. U had hem ook vaak nodig? Oh, zeker. Ik weet ook nog dat ik heel klein was. Ook voor die tijd van de zondagschool was ik heel klein. Ik zat graag aan de deur. Vroeger had je zo'n verhoring om naar binnen te gaan. Ja. En toen zat ik met hem te praten met Jezus. Ik keelde ook heel lief van hem. En ik wou weten wat hij tegen mij sprak. Ja, ik heb bijzondere momenten... Ik wist dat hij er was. Dat wist ik. Maar ja, door mijn jeugd en die moeilijkheden ging het een beetje eraf. Daarom heb ik bevestiging gevraagd met die blinde darm. Ja. Dus mijn geloof was heel sterk. Daarom. Ja. Mooi. Ik vind dat toch ook wel mooi. Op zich is het natuurlijk niet mooi als je zoveel moeilijkheden moet doorstaan. Maar wel mooi dat hij laat zien dat hij er is. Ja. Ik heb hem nooit gezien. Maar ik wist dat hij er was. Hij snapte niet dat je verslaafd of mishandeld wordt. Dat snap ik niet. Maar ja, later, met mijn twaalfde jaar, toen ik blinde dames ging krijgen... Het zou wel zo zijn. Het zou wel niet voor niets zijn. Dat moet ik me bij neerleggen. Ja, toen was u twaalf. Ja. En hoe oud was u toen u Dimitri kreeg? Toen ik Dimitri kreeg, 19. 19. Ja. 19. We deden elke avond beide verhalen vertellen. En ik herinner me dat ik ging met de hond uit, s'avonds. En Dimitri ging met mij mee. Hij bleef staan voor de ster in de maan. En dat vond Dimitri mooi. Want ik zeg, kijk, dat heeft de Heer gedaan. Hij heeft het gemaakt. En hij kon ook weleens tien minuten zo staan. Dat vond hij prachtig. In verwondering. Ja, verwondering, ja. Hij was echt nieuwsgierig naar mij. Hij vroeg me om dingen die ik niet kon behandelen. Weet je, hoe gaat dat? Hoe kan dat? En ik kon alleen maar vanuit de Bijbel. Hij was een heel, heel overdreven nieuwsgierig. Ja. Ik heb vaak geen antwoord voor. Nee, nee, want Dimitri, misschien kan jij daar nog iets over zeggen. Want jij had als kindzijnde, als achtjarig, had je al allemaal vragen over de openbaring. Ja. En de openbaring is niet het meest makkelijke boek. Nee, nee, dat klopt. Het is heel nieuwsgierig. Ik wil gewoon, ik wil weten wat waarheid is, hoe het in elkaar zit. En het blijft net zo lang puzzelen totdat ik het weet. Ja. Toen ook al natuurlijk. Ik kan me voorstellen dat je niet alle antwoorden hebt. Ook niet op openbaring. Nee, nee. Ik ben er zelf nu op dit moment zelf ook mee bezig. Ik heb dit niet in die foute boek. Ik kende de Bijbel, maar de openbaring kende ik niet. Ik wist dat het een keer terug zou komen en een keer naar een eind zou komen. Maar ik was helemaal niet bezig. Nee. En hoe is het eigenlijk dan verder gaan? Want op een gegeven moment, Dimitri heeft toen de boos uitgedaagd. En u wist daar misschien niet van of wel, want dat weet ik niet. Maar ja, op een gegeven moment was Dimitri van een blij en nieuwsgierig kind in verwondering. Kon hij niet eens meer bidden en niet eens meer over de Bijbel praten. Ja. Hoe hebt u dat ervaren? Nou ja, ik denk dat het was best dat hij weet van zichzelf houden. Die vertellen niet alles. Je moet alles een beetje eruit pluizen. Dus die had het zo geweest ook. Ik kon hem vertellen dat hij iets in de badkamer had gedaan. Ja, ik dacht, hij moet er iets van leren. Ik ben nog blij te bidden. Ik heb altijd gebeden en dat was mijn enige hoop. Ik wist ook dat het bedoeling mee was. Maar ik heb ook gezien hoe hij achteruit ging, gesloten, niet meer praat, niet meer blij. Wel eens depressief. Hij kon ook boos worden toch? Ja, hij kon vreselijk boos worden. En hij was iets ouder toen hij boos aanvand had. Hoe oud was dat? 14, 15. Je was 15, 16 toen je ging drinken toch? Toen ging je naar de disco? Ja, toen was ik 16. Heel depressief ook. Je zat toen vast en alleen door dranken kwam je nog los en kon je nog je woorden uit je woorden komen. Ja, ontspannen. Maar u zag dat allemaal gebeuren? Ik zag het allemaal gebeuren. Ik kon niet meer met hem praten. Ik kon niet meer met hem praten daarover. Hij was helemaal, helemaal gesloten. Maar ik denk dat ook de laatste psycholoog heeft gezegd wat we allemaal mee hebben gemaakt met pa. Een psycholoog zei, als kind heb je een overlevingsstrategie aangemaakt, onbewust. Dus er kwam geen gevoel meer binnen. Dus de bescherming van jezelf. Dus er kwam ook niks meer binnen. Geen gevoel, niks eigenlijk. Dat interesseerde me ook helemaal niet. Mijn oma ging dood en dat maakte me ook niet uit eigenlijk. Ik kon ook niet huilen, niks. Maar dat is op latere leeftijd. Hij was eigenlijk helemaal gevangen in zichzelf. Ik heb ook weleens gezegd tegen hem, vanaf mijn vertel van het verhaal van de badkamer. Ik heb gezegd, God heeft je niet nodig. Maar hij wil dat graag voor de Heer doen. Ik kon niet dat ze verstaan brengen. En ik ben zo iemand die twee keer, drie keer zegt en dan laat ik het rusten. Dat heeft geen zin. Dan ga ik bidden. De Heer heeft mij vaak midden in de nacht gezegd, kom bidden. Dit weekend. Dimitri, aan die gevaar hè. Wat mensen hier mee brengen met alcohol. Ik wist dat het niet goed was. Ik wist dat het iets duister was. Het moest God maar oplossen. Ik kon het niet. Ik kon alleen maar bidden. En uiteindelijk ging hij toch ook steeds dieper hè. Ook de cocaïne in. De cocaïne wist ik niet hè. Nee. Ik heb wel een keer gehad dat hij terug kwam van de discotheek. En hij was heel, heel, heel onrustig. Hij liep de ene weg, ene weer. En toen zeg ik tegen hem, Dimitri je moet me vertellen wat er gebeurd is. Als hij naar het ziekenhuis moet, ik moet kunnen vertellen. Ik zeg, heb je iets genomen ofzo? Ja. Dat moet ik kunnen vertellen. Dat moet ik kunnen vertellen. Toen zegt hij, ja hij had... Nee, nee, nee. Een spiet had ik op. Oh, een spietje had je op. Nee, een spietje. Een spiet. Nou ja, men maakte niets uit van mijn drugs. Het was niet goed. Het was niet goed. Nee. En hij had nog eens gezegd dat het geen effect had gehad. Ze hadden een dubbele potje. Dus hij van in mijn bed slapen. Ja. Hij vond het niet... Hij had paniek aan van... Ik was heel bang, want daar heb ik voor het eerst ook een levens-echte demoon gezien. Oh. Ja, dus die mij ook aankreeg. Door de spiet? Ja, dus ik zag hem gewoon net zoals ik jou zie, zeg maar. En ik zag hem gewoon beneden staan. En ik denk, oh, dit gaat niet goed. Nee, nee, nee. Maar ik was echt doodsbang eigenlijk. Ja. En ik dacht zo, als je slaapkamer van je moeder... Dan is daar rust. Dat wist hij. Ik denk dat hij dacht... Ja, ik zag op dat moment dat hij bescherming zocht. Ja, en nodig had. Ja, en ik heb ook weer aan God gezegd... Nou, hij vertelt mij niet alles, maar jij weet het wel. En doe wat dan. Toen jij ook naar je moeder slaapkamer ging, toen had je ook rust? Ja, ik ervaarde wel de bescherming bij de Heer, ja. Ja, het is een beetje raar, want ik weet donders goed wat het was natuurlijk. Dus spiet gebruiken, dat soort dingen. Dus demonisch. Maar ik had er geen controle over. En dat frustreerde mij ook. Dus dan ging ik weer van links naar rechts, zeg maar. Dan ging ik weer naar mijn moeder toe. Net als een klein kind. Een bescherming bij de Heer, in Jezus. En dan ervaarde ik dat ook wel. Ik denk dat het goed komt. Ja, bijzondere tijden. U hebt wel wat meegemaakt met Dimitri. Maar misschien kunt u vanuit uw beleving nog een bijzonder verhaal vertellen. Dat is misschien ook voor de podcastluisteraars wel een bijzonder verhaal. Hoe ik gezien heb dat Dimitri uit is gekomen. Dit oude Dimitri, als kind. Als pubert. Als jong volwasser. Hij was pas 39 toen hij Rotterdam naam. Ook voor de doop ging. Ja, het is toch wel een verschil. Hij was gedoopt en dan moest hij nog meer weten. Dus hij kwam bij mij op bezoek. Er was gelijk vragen. Hoe zit dat? Hoe zit dat? En ik kreeg een beveling zien worden. Ook veranderen met de tijd. Maar dat was na zijn doop? Dat was na zijn doop, ja. Maar wat ik bijzonder vind aan u. U heeft best wel moeilijke dingen meegemaakt. Ook in uw persoonlijke leven. Met uw man. U zag Dimitri achteruit gaan. Maar u hebt altijd uw geloof behouden. Ja, ja. En u bent niet verbitterd geworden. Of dat u het hebt losgelaten. Of dat u hebt gezegd van nou, weg aan mij. Hoe verklaart u dat? Ik wist dat het één keer goed zou komen. Ik dacht, het is het doel van onze heer. Dat hij iets meedoet met onze angst. En het is af en toe op. Ik was van overtuigd dat hij iets zou gaan doen. Ik vond dat het een beetje lang duurde. Maar ik dacht, het is de tijd van God. Het is mijn tijd niet. Hij heeft een bedoeling hiermee. Het was van 12 tot 39 jaar. 27 jaar, dat is wel een beetje lang. Ja, maar hij is ook altijd... Toen hij drugs gebruikte... Dat kon je ook niet altijd zien. Hij was netjes gekleed. Hij gedroeg zich niet als zo'n dame... dat hij drugs in de drank had. Dat kon je niet zien. En ik heb altijd mijn hoop gehouden... dat het goed zou komen. Ik moet blijven bidden, bidden. Ik had het vertrouwen dat hij zou gaan doen. Dat vertrouwen bleef gewoon. Ik wist dat niet... Dat kan niet anders. Zo is mijn God niet. Onze heer is de beste leermeester. En van mij neemt hij toch niks aan. Dus als hij moeilijk had, dacht ik... Je weet waar je naartoe moet. En ik zeg tegen de heer... Jullie weten wat je moet doen. U heeft het overgegeven aan God. Ja, ik kon niet anders. En dat geeft misschien ook wel rust in uw eigen leven. Want als je alles maar zelf vast moet houden... Ja, ik heb dat moeilijk genoeg. Nu zie ik dat God echt mijn gedrag heeft. Achteraf... Dat kan niet anders. Hij heeft me wel eens rust gegeven. Die hoop dat ik... Misschien door wat ik aan mijn moeder heb gehouden... in mijn jeugd. Die gaan we doen. Dat was ik van onvertuiging. Ja, bijzonder. Op een gegeven moment kwam dat gesprek van Dimitri met God. Over dat hij van die alcohol... Wil je van de alcohol af? Dimitri is toen ook gedoopt. Toen ging het weer vooruit. Toen kwamen de vragen zoals u zei. Ik vind dat het al een prachtig mooi verhaal is... waarin je bevestigt... hoe belangrijk ook gebed is... en hoe belangrijk standvastigheid is. Hoeveel bijzondere dingen je al hebt meegemaakt... ook in de wandel met de heren. Ik wil graag vragen... wat zouden jullie dan toe willen voegen? Het gaat over het zoeken naar de kerk. Misschien kunnen jullie daar iets over vertellen... over Culemborg. Dimitri zocht... die vrouw nam de kerk. Sterke bewijzen hebben... en er moest een man zijn... die hem brak... maar dat lukte niet. Niet in een bos in ieder geval? Niet in een bos in ieder geval. Ik was een keer... met een god in gesprek... en hij zei... je belooft nog... ik zal een man van god doen... toen je zwanger was. Ik zei ja... we gaan naar de kerk. Ik zei ik weet niet wat ik moet doen. Hij wil niet, hij luistert niet. Toen zei hij tegen mij... weet je waar je gedwongen bent? Ik zei ja... in Culemborg. Ik zei... daar gaat hij nooit naartoe... naar die kerk. Ik zei Dimitri doe dat niet. Ik zei ik zie hem al... en dan wordt hij weer boos... en hij heeft geen zin meer. Maar er kwam de dag dat... ik ben toch aan Dimitri gaan vragen... ik ga het toch doen. Ik heb het beloofd en ik doe het ook. God had het voorgesteld. Dimitri was mij aan het wachten. Ik zie hem met zijn sleuteltje in de hand. Ik zeg... ik ga het toch zeggen. Ik zei wat denk je van Culemborg? De kerk. En toen voor mijn verbazing zegt hij... en hij lacht er ook nog heel vriendelijk bij... hij zei daar heb ik aan gedacht. En zo doende zijn we de week erop... zijn we naar Culemborg gegaan... naar de kerk. Dimitri... Culemborg... waarom dacht je moeder dat je daar zoveel moeite mee had? Ja maar Culemborg... het grootste gedeelte van mijn leven... heb ik daar gezeten natuurlijk. Het is een dorpje en eigenlijk... al bij de gedachte halverwege... werd ik al deprimerend eigenlijk. Ik was helemaal klaar... met dat dorp eigenlijk. Daar had ik helemaal niet aan gedacht. En toch ging je daar heen. Hoe kwam dat? Ik ging daar heen het moment... dat ik binnenkwam... niemand zei iets tegen mij... ik hoorde alleen de muziek... de dingen en voem... en ik begon al zo'n brok in mijn keel te krijgen. Van oef... dit had ik nog nooit meegemaakt. Ik zat helemaal trillend in de kerk... want ik wou weg. Eigenlijk wou ik weg. Ik dacht ik moet zo snel mogelijk weg hier. Maar ik dacht nee dit is het. Dit is het dat mij kan breken hier. En daar brak ik volledig. Ik kon het niet meer tegen. En het was gewoon boven natuurlijk. Niemand hoefde iets te zeggen. Het was net als de geest van God. Op mij kwam en ik brak als een achterlijke. En de preek ging ook nog over de verloren zoon. Nou dat was mijn favoriete gedeelte... wat ik nog herinnerde was de verloren zoon. En het was zo herkenbaar voor mij. Ik denk oh... ik zeg de God die ziet mij als de verloren zoon. En hij wacht op mij. En ik... Ik kan niet meer huilen. Het is ongelooflijk dat... dat ondanks al mijn... mijn trotsigheid... mijn... ja mijn... mijn hoogmoedig... en tegen christenen tegenin ging... en weet ik het... dat God mijn hart zag. En dat hij met liefde naar mij keek. En daar brak ik. Hij keek dwars doorheen. Hij keek dwars doorheen. En God die zegt... Welkom thuis jongen. En ik weet niet wat liefde is. Er kwam zoveel... liefde. Alleen maar huilen. Huilen, huilen. Al dat drek wat eruit kwam. En dat is wat ik zocht. Toen brak je. Toen brak ik. En dat had ik nodig. En ik had een mistake met zingen. Ik kan nooit zingen. Of dat jij gaat zingen. Nou ik kan nooit zingen. En nu zing ik... echt wel veel thuis hoor. Ja dit is wat mensen... echt een ontmoeting moeten hebben met God. Dus niet in je bijbel lezen... daar ontmoet je hem ook. Je moet echt een... in het Engels encounter hebben. Een ontmoeting met hem hebben. Dat brengt iedereen. En dat gebeurde bij jou? Dat gebeurde bij mij ja. Prachtig, geweldig. Je hebt daar ook van de vorige keer... in je podcast over gesproken. Dat je naar die kerk moest. Ja. Dat je je moest laten dopen. En dat daarna... ben je eigenlijk... toen belde je... je moeder op een gegeven moment op. Toen zei je van ja ik zit voor de tv. En er komt niks binnen. Ja. Je had altijd stemmen in je hoofd en van alles. En toen werd het rustig. Ja. Hoe eh... Hij belde u op. Ja hij belde mij op. Hij was eindelijk in rust gekomen. En dan moest hij mee leven omgaan. Aan die... nagerheid. Aan die... dat vechten. Dat was klaar. Ja. Dat is de weg gegaan om... met genezing... om met God samen te lopen. En weer menselijk te worden. Zonder drang, zonder drugs. En dan moest hij leren... aan de rust te wennen. Dat wist ik ook. Ja. En toen konden jullie ook weer samen... gaan... gaan bidden. Ja. Zingen nog zelfs. Ja, ik herinner me dat... wij wouden bidden. Wij wouden een keer... wij wouden... een avondmaand doen met z'n tweeën. En... wij hebben heel erg gelachen. Wij hebben gezegd... sorry dat we zo lachen. Maar het was zo onwerkelijk... om samen... een... avondmaand te nemen. En we hebben gebeden. En we hebben veel gelachen. Maar ik zeg tegen Dimitri... God vind ik dat niet echt. Dat is spanning. Nu kunnen we bidden met z'n tweeën zonder lachen. Heel serieus. Kijk, als ik moeilijk heb... kan ik Dimitri vragen om te bieden. Dat doe ik heel vaak. Ja, het is... Onze relatie is eigenlijk altijd goed geweest. Het zat in mijn maatje geweest. Maar nu helemaal. Hij is een goede zoon. Een hele lieve, attentie zoon geworden. Hij was in het verleden ook al. Maar hij is nu helemaal... Ik hoef maar te knikken. En hij is er met de oplossing. En jullie doen nog steeds veel samen? We doen alles samen, ja. Ook Culemborg, de kerk nog? Nee, dat is... Maar we hebben overal broers en zussen. Dus in principe... zijn we niet echt gebonden aan één kerk. Ik denk dat we... een mooi besluit hebben van deze podcast. En dat we kunnen zeggen van... alle eer aan de Heer. Ja. Ik vind het een heel mooi verhaal. Ja. Ik wil ook weleens zeggen... mensen die luisteren... durf niet de stap te doen. Kijk, als jij God aanroept... serieus... dan is die er. En hij doet het wel. Al zie je het niet gelijk. Het is niet zomaar. Ik heb er zelf vaak in de steek gelaten. Ik heb vaak gebeten om dingen te hebben. Maar uiteindelijk... Ja. Bij mij is het ook zo, roep hem aan. En hij is er altijd. Hij is er altijd. Ja. Maar als ik het hele verhaal mag samenvatten... dan zou ik denken van... ja, blijf binnen. En God houdt zijn woord gestand. Ja. Ik heb een man... beloofd om een man gods te maken. En God komt op een gegeven moment bij u terug. En heeft gezegd... dat hebben we beloofd. En we moeten naar Culemborg voor de vrijdag. Ja. En zo is het gekomen. En zo heeft de skerk al eigenlijk helemaal rond. God is getrouwd. Het is trouw. En de beloft is twee van mezelf. Maar help je om die beloft af te maken. Ja. En dat was voor mij. Hij helpt je ook nog op je beloft... naar te komen. Ja. Eigenlijk is hij me niet vernoemd. Maar voor mijn doen heb ik mijn beloft. En dat was voor mij weer waar. Ja. En ik dacht echt toch... eindelijk is het zover. Amen. Halleluja. En bij de cirkel rond moet ik me denken aan de tekening van jou. Dat je God tekende. Ja. Hartelijk dank allemaal. Voor dit mooie verhaal. Oké. Amen.

Listen Next

Other Creators