Home Page
cover of Luisterverhaal Molli
Luisterverhaal Molli

Luisterverhaal Molli

Samantha

0 followers

00:00-13:55

Nothing to say, yet

Podcastspeechwhisperingchewingmasticationsquish
1
Plays
0
Downloads
0
Shares

Audio hosting, extended storage and many more

AI Mastering

Transcription

Molly finds a locked gate leading to a garden and sneaks inside. He sees strange signs and wonders who made them. Molly gets scared when someone knocks on the door and closes it. Molly realizes he wants a friend and tries to learn how to be friendly. He learns that a smile and a happy face are important. Molly paints new signs and waits for his friend. Finally, his friend Sissie arrives and they laugh together. Molly realizes it's good to have a friend. Mollie, tekst en illustraties van Katri Kirkopeltos Het oude poortje dat naar de tuin wijde, zat op slot. Kleine sissen geweerden door het speet mischierig naar binnen. Wat als ik door dit speet naar binnen zou kunnen? Ik zou nergens aankomen, alleen maar een beetje rondkijken. Sire's neus trilde van afwending. Ze trok naar avontuur. Behendig glipte ze door het poortje naar binnen. Sissie kwam in een overwoekerde tuin. Ze zag een pad dat naar een groot huis liep. De wind ruiste door het gras. Voor Sissie trok een grote borden op, waar ze verbaasd naar keek. Vreemde borden, wie zou ze gemaakt hebben? vroeg Sissie zich af. Misschien, misschien woont hier wel een kunstenaar. Opmerkelijk stond Sissie bij het eerste bord. Speciaal, snoof ze bij het tweede bord. Interessant, mompelde ze bij het derde bord. Om het te merken, kwam Sissie steeds dichter bij het huis. Het begon te regenen. Sissie ging schillen in de portiek en klopte aan. Klop, klop! Het geklop weer klonk in het huis. Molly schrok van het ongewone geluid. In zijn dierenherinneringen kwam een genie geklopt voor. Wat nou? O lieve held, wat is er toch? Molly stond verbaasd in het midden van de kamer. Klop, klop, klop! Hoorde hij opnieuw. Is daar iemand? riep Sissie krachtig van achter de deur. De open, ik ben het, kleine Sissie! Molly was er helemaal bewust van. Iemand achter de deur? Hmm, zoiets was nog nooit gebeurd. Molly stond stijf van de zenuwen. Voorzichtig deed Molly de deur op een keer. Hiek ik streng, wat liek hem veiliger. Hé, woon jij hier? Ik hoop dat ik niet stoor, maar ik dacht... kwetsde Sissie voor de deur. Verder kwam ze niet, want Molly onderbrak haar bos. Of je stoort? Ja, je stoort. Je stoort met een onbelangrijke, gewichtige taak. En kun je niet lezen? Op het bord staat privédomein. Wel nu, ik ben erg privé. Heel vergrijmig vloeg Molly de deur weer dicht. Hij hoorde het niet, wat kleine Sissie zachtjes zei. Nee, ik kan niets lezen. PING! De vernierend tafelde toen de deur dicht vloeg. Zomaar binnenkomen vallen, zonder eraan te denken, dat je iemand aan het schrikken maakt, mopperde Molly vrondwaardig. Zuchtend en puffend ijsbeerde hij door de kamer, toen hij eindelijk wat kameerde. Wie is die kleine Sissie eigenlijk? Staat ze nou bij de deur? Had ik toch met haar moeten praten? Molly gluurde even naar buiten, maar er was niemand meer. Goed dat ze weg is, en hopelijk blijft ze ook weg, monderde Molly in zichzelf. Maar het klonk niet meer zo overtuigd. Molly rende de trap op en keek uit het raam, om er zeker van te zijn dat ze er niet meer was. Hij zag alleen de regen over de huid stromen en plassen maken in de tuin. De kleine bezoekster was nergens meer te bespeuren. Molly deed het raam open en riep naar de regen. Ik hoorde toch even dag zeggen. Het enige antwoord was het getik van regendruppels. Regen, regen, altijd maar regen, Molly zuchtte en sloot het raam. Veel dagen gingen voorbij. Molly zat in zijn levelingsstoel en keek naar buiten. Als die kleine bezoekster terug zou komen, dacht hij, zou ze er een stoel mogen zetten. Ik zou haar mijn wereldje laten zien. Misschien zou ze wel mijn vriend kunnen zijn. Een privédomein, dat is wel heel erg eenzaam, dacht Molly. Ik heb nooit een vriend gehad, bedacht Molly, maar ik zou er zelf wel eentje willen. Molly las in boeken dat een vriend een bijzonder iemand is. Een vriend kun je een geheim toevertrouwen. Met een vriend kun je samen avonturen beleven. Een vriend zorgt ervoor dat je een goed humeur hebt. Een vriend is toeraal, met een vriend kun je kippen en je mag zelfs boos op hem zijn. Dat klinkt wel leuk, zei Molly. En hij maakte meteen een to-do-lijstje. Te doen Groet vriendelijk Je oren bewegen, maar vast en druk. Bied steeds een stoel aan, geen klapstoel. Bijt niet, dat doet je vriend pijn. Zeg iets aardigs, dat er een mooie staart is, bijvoorbeeld. Praat zacht en grom niet. Kijk er in de oren, maar staart niet. Buig, maar pas op voor je hoofd. Vraag haar, hoe gaat het? Ton de langstelling. Bedank haar voor het bezoek. Geef zachte klokjes, anders sla je haar. Misschien meer. Dat klonk als een hele klus. Hoe ging Molly dat allemaal onthouden? Hij was nu al helemaal uitgeput. Molly ging door met lezen. Het beste cadeau dat je aan een vriend kunt geven is een glimlach en een blij gezicht. Een glimlach. Een blij gezicht. Molly las in het boek. Als je lacht, gaan je mondhoeken omhoog en daardoor ziet je gezicht er vrolijk uit. Molly keek naar zijn spiegelbeeld en duwde met zijn vingers zijn mondhoeken omhoog. Maar, zodra hij zijn vingers weghaalde, zakten ze weer naar beneden. Dat ziet er niet goed uit. Wat een slecht spiegel. Molly pakte een ander spiegel en las instructies. Probeer nu een blij gezicht. Maak korte geluidjes bij het uitademen en verbind die met het blije gevoel die ze diep van binnen oproepen. Molly ademde diep in en standde zich in om het goed te doen. Maar al wat uit zijn keel kwam, was een zacht gesuts. Ah, dat klinkt belachelijk, zei haar stem. Je kunt een blij gezicht ook versterken met zachte handbewegingen en een knipoog. Molly probeerde het. Dat ziet er echt stom uit. Dan ga ik niet veel lachen. Molly werd er zonder van. Molly ging verder met lezen. Een glimlachiebeest is een aantrekkelijk wezen dankzij zijn glimlach en zijn vriendelijkheid. Tja, in onze familie zijn we nooit voor gekomen, zuchte Molly terwijl hij naar de familieportretten keek. Een heel muur vol zuurkruimen. Aan de muur hingen ook lijsten waarin tante Amalia levenslessen had geborduurd. Molly herinnerde zich wat zijn tante had gezegd. Als je glimlacht, gebruik je minder speren dan als je zuur kijkt. Glimlachen is dus voor leireken. Dat was wat voor tante Cornelia bedoeld, dacht Molly. Ik heb genoeg van al die zuurkruimen, peed Molly. Hij haalde een ladder verder en kwast hem. Zo, meteen zal de glimlach overwinnen. Molly schilderde glimlachen. Hij verbeterde de teksten. Hij hufte en pufte tot middernacht. Uiteindelijk viel hij moe en slaaf. Molly kiek uit het raam en smoof. Het droog al naar herfst. Er was geen spoor van de kleine bezoekster. Hij zag alleen bladeren dwarlen in de wind en de korden in de tuin natuurlijk. Op een bord stond, kom niet. Op een ander, tot ziens. En op een derde, blijf weg. Ik moet ze allemaal veranderen, vroemde Molly. Toen gaat er niemand op bezoek komen. De hele herfst was Molly druk in de weer met de borden. Ik ga een mooi nieuw rotbord neerzetten, bedacht Molly. Helemaal verruimd met het voortje. Het ging steeds harder waaien. Het stormde nu. De wind rukte de laatste droge bladeren van de bomen. De storm trok ook aan Mollys handen. Maar hij ging dapper door tegen de wind in. Moedig van je, Molly, pepte hij zichzelf op. Goed bezig, nu niet opgeven, je kunt het. Eindelijk kwam hij bij de poort. Hij zette het bord stevig vast. De boodschap was duidelijk. Ik met een vriend. Molly wachtte elke dag op zijn vriend. Misschien is het vandaag wel vriendendag, hoopte hij telkens. Maar Susie kwam niet. Molly woonde zich steeds meer op, nogal onbeleefd. Ze doet al die moeite en dan komt ze niet eens opdagen. Kom nu eindelijk eens, zeg ik je. Molly stankte van ongeduld. Nu, onmiddellijk, meteen. Maar hoe Molly ook mopperde en raalde, er kwam geen vriend. Molly wachtte en wenste. Mopperde en trappelde ongeduldig. Hij werd er helemaal moe van. Hij voelde zich zo klein als een spelf. Hij voelde zich moedig en grijs. Hij was heel erg drovig. Eenzaam, Molly, er komt niemand. En toen, toen hoorde hij heel zachtjes... Klop, klop. Molly stortte naar de deur en sprak die open. Ja, daar was ze eindelijk. Hé, ik kan leven nu. Ik heb alle borden in de tuin gelezen, zei Susie opgewonden. Molly was helemaal in de war, een sprakeloos. Ik, ik ben zo blij dat je gekomen bent. Welkom, probeerde hij te zeggen. Maar de woorden kwamen niet over zijn lippen. In plaats daarvan zei hij... Ja, ik, ik ben... Ja, fijn, goed. Het gaat ook heel goed met mij, zei Susie blij. Molly poog en herinnerde zich de bijzondere stoel. Hij moest zijn vriend een stoel aanbieden. Molly nam Susie bij de hand en bracht haar snel naar zijn grote stoel. Kussens, bedacht hij, om zacht te zitten. Alsjeblieft, zei hij, tijdens het laatste kussen. Dankjewel, ik tijd tot de twaalf genoeg is, zei Susie van boven. Heerlijk zacht. Susie kwam naar beneden van haar kussentoren. Je bent erg leuk, zei ze. En ze knuffelde Molly. Molly kreeg een raar gevoel. Een heel nieuwe gewaarwording korrelde in hem. Het kribbelde in zijn buik en aan zijn voeten. Het streelde zijn wangen, het voelde goed en warm. Het gevoel ging ook naar zijn mondhoofd in. En zie, die ging vanzelf omhoog. Molly glimlachte. Daardoor glimlachte Molly nog breder. Iets sladderde in zijn buik. De lach kwam nu van binnen. Kleine Sissie lachte ook. Waarom lachen we nu, vroeg Sissie? Geen idee, schreeuwde Molly. Hij lacht gerand van het lachen. Hij schaderde het uit. Ze lachten nu zo hard, dat de traan over hun wangen liepen. Ze keken naar elkaar en weer barstten ze hun lachen uit. Het is moeilijk om te stoppen met lachen, schreeuwde Molly. Eindelijk werd het rustig. Molly en Sissie zaten stil bij elkaar. Ze knorden van tevredenheid. Het is goed om samen met een vriend te luisteren naar de stilte, dacht Molly. Samen voelt het vriendelijker. Hoe zou het voelen om samen te mokken? Hij glimlachte. Alstublieft. Toen de lente kwam, stond alleen het rode bord nog overeind in Molly's tuin. En alvoor werd er opnieuw geklopt. Klop, klop.

Other Creators