Details
Nothing to say, yet
Big christmas sale
Premium Access 35% OFF
Details
Nothing to say, yet
Comment
Nothing to say, yet
Philippe and Peter are back with their third podcast. They apologize for the delay and promise four podcasts in total. They start with a quiz and then discuss a book recommendation called "Blanc" by Sylvain Tesson, which is about a ski trek in the Alps. Philippe also mentions another book called "100 million years and one day" by Jean-Baptiste Andrien, which is a novel about a paleontologist on a search for a skeleton in the French Italian Alps. They end the podcast with a discussion about the movie adaptation of "The Eight Mountains" and their opinions on it. Welkom in de podcast van Philippe en Peter. Beste Melanie, hier zijn we dan uiteindelijk terug, uiteraard Boelers en mezelf, voor onze derde podcast, Philippe, zou dat moeten zijn, denk ik, he? Hoera! Driewerf hoera, zegt Melanie. Dag liefste, Melanie. Het is nog niet zo lang geleden, maar podcastgewijs wel. Ja, je moet ons ook een klein beetje... Hebben we daar excuse voor? Like you? Echt niet. Een klein beetje. We zijn toch wel lastig dat het zo lang geduurd is. Druk, druk, druk. Ik denk dat we dat in drie woordjes niet mogen gebruiken. Maar misschien een kleine troost, Melanie, het zou kunnen zijn dat deze podcast dan echt wel heel veel meer is in de verwachting, omdat ze natuurlijk zo lang heeft moeten op zich laten wachten. Ja, je moet het zo zien. Het is een lente-podcast. De zomer-podcast komt er ook aan, dus wij voorzien dus, zonder iets te verklappen, vier podcasts. Jezunt-podcast. Jezunt-podcast. En we zijn bijzonder goed geluimd. Ja, wat een bollig woord. Ja, ik vind het niet mooi. We moeten eens een aparte rubriek gaan maken welke woorden je in het Nederlands helemaal niet mooi vindt. Ik ga er wel eentje uitpakken die ik altijd al jarig zie. Ik vind het woord maaltijd. Ik kan niet alleen denken aan het school van die jongens voor de maaltijden, maar afschuwelijk hoort ze, denk ik. We gaan weer van de hak op de tak. Was totaal onnodig. Nee, dat is juist. Nee, nee, nee. We hebben vandaag iets moois in petto. En we beginnen met een quiz. Absoluut. Wie is de quizmaatster? Mezelke. Jero. We hebben een tweede rubriek en dat is de boekende rubriek. Juist. Het gaat over het hele cultuurverhaal. De boekende rubriek. En dan hebben we nog een derde item vandaag. Iets wat ik al lang beloofd had aan jou, Miremi. Het muzikaal verhaal. Namelijk wat moeten we kennen van speciale meesterstukken uit de klassieke muziek. En wie komt nu aan bod? Dit keer zal het zijn Beethoven. Een van mijn favoriete componisten. Maar meer daarvoor natuurlijk in de rubriek zelf. Maar voordat we hier gigantisch... Mag ik nog een weetje? Zeker, zeker, zeker. In de film A Clockwork Orange noemde men Beethoven... Ludwig von. Niet Beethoven. En ze zei dat op zo'n lugubere, nazistische manier. Heel fout eigenlijk. Maar dat is mij altijd bijgebleven. Dus ik spreek thuis ook altijd, als wij luisteren naar Beethoven, over Ludwig von. Wat? Ik vrees, maar het is heel belangrijk dat je dat zegt. Ik vrees dat veel mensen bij het woord van Beethoven Ludwig von in de gedachte hebben. Omdat die muziek vaak gescheurd wordt. Het is een heel bombastisch, zwaar element. En dat is eigenlijk een beetje onterecht. Maar ja, meer daarover later. Ik las vorige week in de krant dat Beethoven geen Beethoven is. Dat er gevoevoed geweest is met zijn achternaam. Heb je dat gemist? Zijn overgroothouders komen eigenlijk van Mechelen. Moch. Dat wordt toch een weetje. Ja. Zijn overgroothouder is een bakker uit Mechelen. En die zijn zo langs Luik naar Bonn afgeweest. En dan later naar Oostenrijk. Maar ik weet dat dat toen niet erg de bedoeling was. Ja, maar... Maar ik zou eerst nog altijd willen recht zetten. Iets wat ik al vanuit de eerste podcast gehoord heb. En ik had altijd wat willen zeggen. Melanie, ik heb je naam echt absurdelijk lelijk uitgesproken die eerste podcast. Ik ga het niet meer herhalen. Want ik vind het zo'n mooie naam, Melanie. En het heeft iets gracieus. In de eerste Klinkers zijn ze wat langer gerekt. Melanie. Ik zal het nooit meer op die andere manier doen. Maar ik wil het even zeggen. Soms zijn de mannen beter. Het is dover te zeggen. Er is natuurlijk... Er komt de jingle. Ah, de jingle. Oké. Het onbekende woord. De kus. Zijn we er klaar voor? Ik heb een vraagje. Waarvan je eigenlijk de oplossing enkele weken geleden gehoord hebt in Italië. In Alenje. Alenje, maar misschien daarin nog. Maar ik zie het nu een beetje te veel aan het invlees doen. De vraag is. Wat is de betekenis van het Italiaanse woord scopare? Oh-oh. No le se. Oh-oh. Ik zal drie mogelijke antwoorden geven. Ja, ik weet het. Ik weet het niet meer. Maar ik weet het. We hebben... Ja, ik ben het vergeten. Voilà. It rings a bell. We hebben gelachen. Maar ik ben het vergeten. Ik weet het niet meer. Ik moet ernaast even voor Melanie en jou ook vermelden. Dat dit woord al tien jaar in onze vriendengroep circuleert. En is iets uitgevonden door onze vriend Hans Perquis. En die altijd daarmee bezig geweest is. En iedereen is zich afgevraagd. Bestaat het woord dan wel echt? Ik heb met mijn Italiaanse interesses vaak gezocht. Maar dit heb ik nooit gevonden. Maar dat antwoord is eigenlijk wel in Melanie gegeven. Maar er zijn eventueel drie mogelijkheden. Ten eerste. Het is een specifieke term die verwijst naar het koken van een specifieke Italiaanse pasta. Ten tweede. Het is het woord voor het bedrijven van de liefde. Of ten derde. Het luid zingen van een liedje. Dus we hebben ofwel koken van een Italiaanse... Nee, nee, ik ga met overduiding voor het tweede. Een liefdebedrijven natuurlijk. Oh luister, die commander is heel goed. Ja! Op dat moment heb je tijd. We hebben erover gepraat. Maar ik ben het vergeten in welke context dat dat was. We zaten allemaal aan tafel. En er was boemte geweest in de kamer boven. Nee, nee, nee. Dat was niet echt de punt. Maar inderdaad. Ik zeg aan Hans. Nu kunnen we misschien aan die opendiers. Die nogal een heel vriendelijke kerel was. Is vragen wat scopari betekent. Hans doet dat natuurlijk meteen. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel het vegen van de vloers. Ofwel, en dan maakt hij een beweging die we helaas op het podcast niet kunnen zien. Maar die waarschijnlijk verwijst naar het reizen van de liefde. Nooit meer vernemen. Nee, en ook... Kan het woord zo een keer herhaald worden? Met een Italiaanse tongval? Scopari. Scopari. Borghiamo scopari. En dat kan betekenen dat iemand heel graag eens zou kunnen de vloer vegen. Of ook wel iets anders. Ja. Dat is natuurlijk ons tweede vraag. Ik heb maar één vraag ten liefst. Wat is maar één vraag? Een quiz is van maar één vraag. Een quiz is meerdere vragen. Sorry, Lieven van Routen stelt maar één vraag ten liefst. Dus ik ben de slimste mens ter wereld. Oh, dat is een ander programma. Volgens mij. Dan kunnen we daarna toch eens overgaan naar onze tweede rubriek. Het is eigenlijk dat je nog een tussendoortje moet vermelden. Of dat er een roddeltje te melden is. Dat er iets belangrijks te melden is. Familiaal. Nee, nee. Het is eigenlijk niet direct iets wat voor gigantische publicatie vatbaar is. Zoals we allemaal weten is deze podcast niet enkel voor Mirennie. Maar soms wordt het ook wel nieuwtje van het thuisfront. Maar Mirennie is er van op de hoogte bij. En ik wilde eigenlijk weten als het indiaantje nu eigenlijk al vrij is. Want Joseph is helemaal alleen en heeft geen lief meer. Maar nee, zij heeft het al. Zij is al een kekkenis, denk ik. Maar dat is haar mooie dochter. Sorry, ik was niet op de hoogte. Hoe noemt ze haar? Hoe noemt ze haar? Pocahontas. Zo'n mooie... Maar goed, ja. Dat is echt zo wie het bedoelt. En dat is ook wat hij is. Absoluut. We zijn aan het zeveren, Peter. Nee, nee, ik weet het. Maar Luca kent die ook trouwens. Mag dat? Geen dubbeltjes. Nee, het mag niet. Ze heeft al een kennis. Oké, een kennis. Oh, Filip, wat een woord. Schrikkelijk, hè? Zij vrijt. Zij is vrijer. Zij is van kraten. Zij is van kraten. Echt. Het gedurende van Filip en Peter. De boekenrubriek. Deze keer enkel Filip. Peter had het te druk om te lezen, of met muziek te spelen, de tuin te onderhouden. De kinderen te... Oké, ik heb twee boeken mee. Een goeie keuze van ik. Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Ik heb ze in de afgelopen... Sylvain Tesson is een journalist, schrijver, avontuurier. Hij heeft al twee andere boeken geschreven die ik ook gelezen had. Eentje is Terlaas, wanneer hij op zoek gaat naar de sneeuwpanter. Een sneeuwpanter is met uitsterven bedreigd in de Himalaya's. In het hooggemergde leeft het beest, maar is zelden gezien. En hij heeft daarvoor eventjes een jaar uitgetrokken om één sneeuwpanter te spotten. En hij schrijft er ook een mooi boek over. En hij verdient daar ook zijn brood mee. Jaloers dat ik ben op die gast. Dat is niet normaal. Hoe kom je erbij om een jaar even te snijden? Hoe kom je erbij om een jaar even te snijden? De leger schrijft dus. Een ander boekje dat hij geschreven had is Twaalf maanden in Siberië. De man is ook naar Siberië geweest en heeft zich twaalf maanden opgesteld in een blokhutje. Om daar te jagen uit de lee van de sneeuw, de vossen, de beren en de honing. Helemaal alleen. Hij heeft er ook over geschreven. Ik heb daarvan gesnoept. Ja, dat trekt mij aan. Maar goed, daar gaat het niet over. Het boekje dat ik nu gelezen heb is Blanc. Dus het is in Frans. En dat is gewoon een trektocht die hij gedaan heeft voor de Alpen. Het is non-fictie. Het is non-fictie. Dus de man trekt met zijn vriend een berggids uit. Met de skis. De ganse Alpen door. Toen had hij veel met zijn vrienden gedaan. Maar dat is niet zoveel. Van Montaigne tot in Trieste. Om het zo te noemen. En hij trekt daarvoor... Elke winter trekt hij daarvoor vijf weken uit. En hij is daarmee begonnen net voor corona. En vorig jaar is hij dat afgerond. Vier weken per jaar deed hij dat niet in één trek. Maar hij schrijft daar heerlijk luchtig, filosofisch redelijk over. En waarom heb ik gelezen? Omdat ik ook een beetje een toerskifanaat geworden ben. En dat is natuurlijk ook hetgeen dat hij gewend is. Dat is nieuws, Philippe. Een toerskifanaat. Ja, dat wou ik daarop even zeggen. Dat gevoel is veel, hè? Nee, dat was al. Dus Sylvain Tesson, blank aan te raken. Maar je houdt ook van de bergen, hé? Het is wel fijn. De neus is helemaal toerend gegaan. Maar dat is niet erg, dat moet je ook hebben. Kan ik jou wat antihistoricum bezorgen? Ik zou eerst het derde boekje bespreken. Het derde boekje is ook van een jonge gast. Jean-Baptiste Andrien is ook een Fransman. Maar ik heb het in het Nederlands gelezen. Het boek noemt 100 miljoen jaar en één dag. Je kunt niet geloven hoe fijn dat die man schrijft. Het is een roman. Een debat. Een frustrerende paleontoloog. Die een triest leven heeft. Niet veel gedaan. Niet veel bereikt. Op de zijspoor geraakt. En op een mooie dag hoort hij, via via via, dat iemand een skelet gevonden heeft. Ergens in de Franse Italiaanse Alpen. En hij is er zeker van. Waarom? Dat weet hij niet. Buikgevoel. Dat het een skelet is die hij als paleontoloog... Dat het skelet zijn naam ervan als paleontoloog, als hij het vindt, zal kunnen vestigen. Wat doet hij? Hij verkoopt gans zijn hebben en houden. Met zijn beste vrienden. Trekt hij erop uit. Het duurde maanden en maanden om het skelet te vinden. Vindt hij het of vindt hij het niet, zal ik het in het midden laten. Want dan verklap ik natuurlijk veel te veel. Maar het is een prachtig geschreven verhaal. Vriendschap, verlies, rouw, pleitschap, de bergen, weer de bergen. En het einde is wat je moet lezen. Ik zal het niet verklappen. Maar het is een absolute aanrader. Een beetje in de stijl van de acht bergen. Maar veel beter. Veel beter. Daar spreken we niet over. Over die acht bergen spreken we heel veel. Ik vind dat honderdduizend keer beter. Jean-Baptiste, Adriaan. Honderd miljoen jaar in één dag. Lezen. Ik heb een vraagje. Heb je de film al gezien van de acht bergen? Nee. En ik wil wel even vragen. Ben je tevreden met de film nu? Want ik heb nog de film, nog het boek gelezen. Wat zou je doen? Het boek lezen? Peter, het boek lezen. Punt. Wat een vraag. Je bent al zo'n boekleefhebber. Ja. Ik heb het boek gelezen. Ik wil de film niet zien. Oké. Ik heb het in mijn hoofd zitten, hoe het moet zijn. Ja. Oh, dan laat ik dat weten. Ja, dan laat ik dat weten. En ook, dat meisje. Ik heb ze niet graag, die daar mee speelt. Dat is zo'n aandachtsvrouw. Dat vind je niet... Die Vlaamse. Nee, nee. Vermeer. Zij is zo'n co-registreur. Co-registreur, ja. Zij haakt altijd haar treintje aan. Ja. I don't really like her. Swat. We zijn hier alleen voor positieve verhalen wat verteld. Super interessant. Ik hoop dat het een beetje vlot eruit kwam. Ja. De neus die er helemaal opzit. Nu, nu, nu. Sorry. Ik ben niet ziek. Ik ga nu ook niet doodgaan. Niet doodgaan. Alleen, het mooie, evenwichtige, nasale geluid van je stem was alleen een beetje over. Het is een beetje over. Maar dat was helemaal niet erg. Maar dat... Vliet, ik denk dat... Grafspollen. Ja. Schrikkelijk. Je moet iets verniemen. Want dat is natuurlijk een andere rubriek, denk ik. Ik denk, Vliet, dat je een prachtig bruggetje hebt. Ja. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Ik denk dat je een prachtig bruggetje hebt. Het splek dat ik vandaag wil presenteren is van Ludwig van Beethoven. Het is een piano concerto. Het splek dat ik vandaag wil presenteren is van Ludwig van Beethoven. Het is een piano concerto. Het splek dat ik vandaag wil presenteren is van Ludwig van Beethoven. Het is een piano concerto. De reden waarom ik Beethoven kies is dat het een echte vernieuwer is. De reden waarom ik Beethoven kies is dat het een echte vernieuwer is. De reden waarom ik Beethoven kies is dat het een echte vernieuwer is. Het is zo dat een concerto bestaat altijd uit een orkestwerk die samenspeelt met een solist. Het is zo dat een concerto bestaat altijd uit een orkestwerk die samenspeelt met een solist. Viool, piano, cello, clarinet. Het orkest had altijd een bijrolletje. Het orkest had altijd een bijrolletje. De solist had de hoofdrol. Beethoven brengt daar verandering in. Beethoven brengt daar verandering in. Hij plaatst eigenlijk het orkest en de solist op dezelfde hoogte. Hij plaatst eigenlijk het orkest en de solist op dezelfde hoogte. Ze zijn dus evenwaardig. Ze zijn dus evenwaardig. Daardoor krijgen we een prachtig dialoog. Daardoor krijgen we een prachtig dialoog. Dat zullen we horen in dit stuk. Dat zullen we horen in dit stuk. Dat zullen we horen in dit stuk. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Het is een piano concerto. Tot dan toe, dat bedoelde niet alle piano-viol concerto's, daar was het orkest die startte, die speelde een soort preludium, zo'n stukje die wat licht roteerbaar is en die ook een beetje bedoeld is om de laatkomers nog vlug eventjes de plaatsen te laten nemen, want tegen dat al die dames en heren van hoogstand het finale gezetje gevonden hadden, duurde dat een beetje, totdat opeens, na twee, drie minuten, dan de solo, de solist eigenlijk, begon te spelen. Dan was het concert echt gestart. Dat is niet zo bij het vierde pianoconcerto van Beethoven. Daar start gewoon de piano, wat natuurlijk voor die mensen eigenlijk een klein beetje een shock was, want dat hadden ze helemaal niet verwacht. We kunnen ons dat soms nog moeilijk voorstellen, hoe dat dan in die tijd was, maar je moet het een beetje zien als iedereen die in die zaal zat, die wist eigenlijk wel heel goed hoe de structuur van zo'n muziek in elkaar stak. Dat hadden ze ook allemaal op school geleerd. De helft van de zaal speelde zelf ook een instrument, dus die stonden daar veel dichterbij eigenlijk. Dus over al die formats waren zij zeer goed op de hoogte, veel beter dan wij nu vandaag. Dus je kan je toch maar een consternatie voorstellen die door de zaal ging, op het moment dat zo'n solist gewoon start met spelen. Dus dat was wel heel straf. In deze tweede beweging van het vierde pianoconcerto worden twee thema's gepresenteerd. Het eerste thema is het thema van de zekerheid. Wordt gespeeld door het integrale orkest. Heeft een soort grande. Het orkest speelt de muziek. Het orkest speelt de muziek. Wordt gespeeld door het integrale orkest. Heeft een soort grandeur. En is alles overkoepelend. Er is geen twijfel mogelijk. Het tweede thema is net het tegenovergestelde. Daar klinkt enkel twijfel en onzekerheid. Wordt ook gespeeld door één instrument, namelijk de piano. En klinkt zeer fragiel. Het is een beetje deel van al hetgeen in ons leven waar we niet zo heel zeker van zijn. Verbeet over het start zijn tweede beweging ook met de presentatie van die twee thema's. We gaan eerst luisteren naar het thema van de zekerheid. En daarna komt het stukje twijfel. PIANOMUZIEK We hebben niet eens moeten knippen om de thema's te tonen. Want zo doet Beethoven het ook. Hij toont eerst zijn thema's en gaat er daarna mee aan de slag. Een beetje vergelijkbaar zoals iemand in zijn boek de eerste personages schetst voordat hij het verhaal brengt. En wat gebeurt er nu? Die twee thema's zullen met elkaar in dialoog gaan. Je hebt eigenlijk een heel mooi samenspel. Elk presenteert zijn argumentatie. Soms gaat het een beetje heftiger. In die zin dat het ene thema de andere onderbreekt. Maar dan gebeurt er iets moois. Het absolute zekerheidsthema kwijnt stilaan weg naar de achtergrond. En het aanvankelijk fragile onzekerheidsthema krijgt de bovenhand. En blijft even fijn, maar wordt heel sterk. En overtroeft die zekerheid om dan te eindigen in een finale harmonie. We gaan eerst eens luisteren naar de dialoog op zich. En dan even pauzeren voordat we aan het finale stukje komen. MUZIEK. MUZIEK. MUZIEK. Ik vind het een beetje zonde om zo'n mooie muziek te onterbreken. Maar ik wil het kort doen om te tonen dat we hier aanbeland zijn. In de situatie waar het fragile thema echt de bovenhand heeft. En het orkest helemaal weggeduwd is naar de achtergrond. En een absolute bijrol speelt. Nu komt de piano volledig tot zijn recht. Speelt het finale arpeggio-akkoord waar hij in volle glorie... zijn stuk toont. En dan moet je een klein beetje verder in hetgeen wat we nu zullen horen. Even letten op het moment waar de linker en de rechterhand naar beneden en naar boven gaan. En dit is echt een stuk muziek die zeer modern is voor die tijd. Vond men dat eigenlijk een beetje vreemd dat Beethoven zoiets deed. Hij gaat dan een soort chaos tonen die het in het hoofd van de persoon afspeelt. Harmonisch is hier vreemd. Daar hoort geen echte harmonie bij. Maar het is gewoon het aflopen van de toonladders in linker en rechterhand. Zeer sterk en zeer chaotisch. Maar het is nodig om te kunnen komen tot een finale die zeer mooi en harmonisch is. En die uiteindelijk leidt tot het einde van de Tweede Beweging. Waar hij eigenlijk op de achtergrond dan nog eens het eerste zekerheidsthema zal horen. Maar het finale belangrijkste argument is hier dat alles tot een eenheid komt. En dat er eigenlijk een soort overeenstemming is bereikt. Oké, op naar het laatste deel van de Tweede Beweging. PIANOMUZIEK PIANOMUZIEK PIANOMUZIEK PIANOMUZIEK